De oorlog in Oekraïne heeft de energieprijzen, die sinds vorig jaar al omhoog gingen, extra doen stijgen. De tarieven voor dit jaar zijn inmiddels gemiddeld vijf keer zo hoog als in 2019.

De prijsstijgingen hebben gevolgen voor verschillende sectoren en bedrijven, met name als men een variabel energiecontract heeft, meldt ABN AMRO in een nieuw rapport.

Volgens analisten van de bank betaalt het Nederlandse bedrijfsleven in 2022 circa 22 miljard euro aan gas en elektriciteit, ervan uitgaand dat voor de helft van het energieverbruik variabele tarieven worden betaald.

De tarieven zullen naar verwachting hoog blijven: tot zeker het voorjaar van 2023 wordt rekening gehouden met hoge prijzen en dat kan voor sommige bedrijven betekenen dat zij hun hele winst zien verdampen en dat de voorspelde groei in bepaalde sectoren zal gaan tegenvallen.

Sommige bedrijven ontspringen de dans nog, omdat ze vorig jaar al gas en elektriciteit hadden ingekocht voor 2022 tegen lagere tarieven. Maar aangezien de tarieven hoog blijven, zullen op den duur vrijwel alle bedrijven de gevolgen van de prijsstijgingen gaan ondervinden, verwachten de analisten van ABN AMRO.

Maatregelen van het kabinet, zoals de recente verlaging van de energiebelasting, zijn volgens de analisten alleen maar positief voor kleinere ondernemingen en huishoudens, aangezien grootverbruikers buiten de maatregel vallen.

Hoge energieprijzen: glastuinbouw, chemie en voedingsmiddelenindustrie getroffen

De glastuinbouw is volgens de prognose de sector die het hardst wordt geraakt door de stijgende tarieven. Chemie, bouwmaterialen- en voedingsmiddelenindustrie ondervinden ook veel hinder van de hoge prijzen vanwege hun afhankelijkheid van (veel) gas en elektriciteit. Een vervijfvoudiging van de prijzen, zoals verwacht door ABN AMRO, kan dan ook dramatische gevolgen hebben.

Als voorbeeld noemt men de basischemie, een sector waar in 2019 circa 3,5 miljard euro brutowinst werd gemaakt. In datzelfde jaar bedroeg de energiekosten in deze branche 1,8 miljard euro. Als de energietarieven werkelijk stijgen als verwacht, zal dit zware verliezen betekenen voor onder meer deze sector.

Hoewel datacenters niet voorkomen in de top 20 van grootverbruikers van energie in het Nederlandse bedrijfsleven, worden zij wel apart genoemd, vanwege de gevolgen die een mogelijke doorberekening van energietarieven voor de IT-sector – en dus het hele bedrijfsleven – kan hebben.

Van webhostingproviders tot clouddienstverleners en van softwareontwikkelaars tot bedrijven die hun servers op deze datacenters laten draaien: iedereen merkt er mogelijk wat van.

Extra uitdagingen voor het bedrijfsleven

De nadruk hierboven ligt op “mogelijk” en dat heeft een reden: bedrijven kunnen de stijgende tarieven niet altijd doorberekenen aan klanten en afnemers. Een goed voorbeeld is de bouwsector. De helft van de bedrijven uit deze sector gaf al voor de oorlog in Oekraïne aan onder druk te staan vanwege de hoge energiekosten. Toch verwachtten bouwbedrijven een deel van de hogere kosten te kunnen doorberekenen.

Nu de oorlog in volle gang is en de prijzen hoog blijven, kan een aanzienlijk deel van de bouwbedrijven die hogere kosten mogelijk niet meer kunnen doorberekenen, wat de kans op faillissementen vergroot. Hoe dan ook zal er in de bouwsector sprake kunnen zijn van stijgende materiaalkosten en mogelijke gevolgen voor de ambitieuze plannen voor nieuwe woningbouw van het kabinet.

Een andere uitdaging is de wereldwijde positie van het Nederlandse bedrijfsleven en de concurrentiepositie. Vrijwel alle landen ter wereld worden geraakt door de oorlog, maar de impact verschilt. Zo is een industrieland als India, dat veel meer met steenkool werkt, in mindere mate afhankelijk van gas.

De VS winnen eigen schaliegas en zijn minder afhankelijk van Rusland en Zuid-Europese telers hebben het klimaat mee en zijn daarom niet, zoals de tuinbouwsector in Nederland, zulke grootverbruikers van energie.

Wat merkt de consument?

Het doorberekenen van prijzen, van de bouwsector naar bijvoorbeeld bouwmarkten, of de voedselindustrie naar supermarkten, zorgt ervoor dat de prijzen voor consumenten naar verwachting ook zullen stijgen. Dit zal volgens de analisten van ABN AMRO invloed hebben op grote aankopen.

Er wordt nog wel veel geld uitgegeven in de horeca en aan vakanties, wat wordt gezien als inhaalslag na de coronapandemie, waardoor de Nederlandse economie naar verwachting dit jaar alsnog met 3,1 procent zal groeien.

De analisten van ABN AMRO hebben hun groeiprognoses op sectorniveau naar beneden bijgesteld, maar blijven voorlopig positief. De nadruk ligt hier op “voorlopig”, want in de tweede helft van 2022 verwacht ABN AMRO dat schaarste, inflatie en stijgende prijzen gevolgen zullen hebben voor de Nederlandse economie.

LEES OOK: Meer dan de helft van de hoge inflatie komt door de stijgende energieprijzen, stelt Eurostat