Met name kleinere zorgaanbieders hebben de afgelopen jaren miljoenen verdiend, simpelweg omdat het beloningsplafond en het winstverbod in de zorg makkelijk te ontwijken is.
Dat blijkt uit onderzoek van Het Financieele Dagblad. Volgens de krant kennen de toezichthouders de truc, maar kunnen ze weinig tegen de praktijken beginnen omdat het niet bij wet verboden is.
Een groot deel van de zorg heeft te maken met het zogenaamde verbod op winstuitkering, dit om ervoor te zorgen dat bestuurders en aandeelhouders er niet met publiek geld vandoor gaan. Daarnaast is er een wet die bepaalt wat deze mensen mogen verdienen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en het CIBG controleren of zorginstellingen zich aan de regels houden.
Topinkomens zorg
De truc die de zorgaanbieders gebruiken om zich aan het financiële toezicht te onttrekken is redelijk simpel. Je brengt als zorginstelling de Wtzi-vergunning onder in een stichting, maar besteedt de daadwerkelijke zorgverlening uit aan een bv die dezelfde eigenaar heeft.
Als voorbeeld schrijft het FD over een oogarts. Volgens de jaarrekening verdient zijn stichting niets. Wat hij verdient met zijn bv die de daadwerkelijke zorg verleent, wil hij niet prijsgeven. Wat het FD wel kon ontdekken: dezelfde arts is directeur-grootaandeelhouder van een groep boven de bv. Die groep heeft in ruim acht jaar tijd een eigen vermogen van 6,7 miljoen euro opgebouwd.
Constructie
De constructie is inmiddels gemeengoed en komt volgens de krant regelmatig voor in privéklinieken, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg en de thuiszorg.
De IGJ heeft tot nu toe één keer een dwangsom opgelegd aan een instelling die het winstverbod heeft overtreden. Het CIBG kwam geen enkele keer in actie voor het overtreden van de Wet normering topinkomens.
