Het Brexit-referendum leidt tot een paradoxale situatie: in regio’s met lagere lonen hebben relatief veel Britten vóór de Brexit gestemd, maar daar zijn Brexiteers met lage inkomens niet noodzakelijk beter mee af.

Was het angst voor een Brusselse ‘superstaat’, onvrede over de politiek in het algemeen, verzet tegen de instroom van migranten of een noodkreet van het verarmde Noorden van Engeland tegen de metropool Londen?

Over de oorzaken van de overwinning van het Brexit-kamp bij het Britse referendum van 23 juni zal nog lang nagekaart worden. Maar dat economische ongelijkheid op de achtergrond een rol speelde, is vrij eenvoudig vast te stellen, zo betogen economen Brian Bell en Stephen Machin van de universiteit van Oxford en het University College in Londen.

In onderstaande grafiek zijn de mediane lonen in verschillende delen van Engeland, Wales en Schotland afgezet tegen het perecentage Brexit-stemmers. De trend is duidelijk: hoe lager het gemiddelde loon, des te groter de kans op een pro-Brexit stem.

(Bron: Brian Bell en Stephen Machin; Voxeu.org)

grafiek brexit lonen

Op de achtergrond van het Brexit-debat speelden economische verschillen wel degelijk een rol.

Brexit-paradox

Het paradoxale is alleen, zo stellen de twee Britse economen, dat op korte termijn juist de relatief arme, noordelijke regio's van Engeland - waar veel Brexit-stemmers zitten - het meeste last krijgen van de gevolgen van het referendum.

De klap voor de Britse handel raakt volgens Bell en Machin op korte termijn vooral de oude industriële regio's in het VK die toch al onder druk stonden van de globalisering.

Weliswaar levert de daling van het Britse pond ogenschijnlijk een valuta-voordeel op voor Britse exporteurs. Maar daarbij moet bedacht worden dat maar weinig goederen volledig in één land gefabriceerd worden.

Grondstoffen en onderdelen worden vaak geïmporteerd door Britse bedrijven en de daling van het Britse pond maakt importen juist duurder. Om stijgende kosten van ingekochte materialen de baas te blijven, zal er druk op de lonen ontstaan in de industriële sector, zo is de verwachting.

Voor de langere termijn noemen de twee economen wel twee factoren die mogelijk leiden tot minder loonongelijkheid in het Verenigd Koninkrijk.

Als er door de Brexit minder migranten naar het VK komen die tegen lage lonen werken, heeft dat wellicht een opwaarts effect op het minimumloon; aan de andere kant van het spectrum kan de verzwakking van Londen als financieel centrum bij de Brexit leiden tot minder hoge lonen in Londen en omstreken.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl