ANALYSE – Met de verkoop van de telefoontak aan Microsoft breekt er een nieuw hoofdstuk aan voor Nokia. Kan het bedrijf dat ooit begon als molen voor houtpulp zich nog eens opnieuw uitvinden?

Sinds Microsoft en Nokia twee jaar geleden besloten om samen te werken, speculeerden analisten al over een overname van het Finse bedrijf. Dinsdag was het zover. Microsoft maakte bekend dat het de divisie van Nokia die mobiele apparaten maakt, overneemt voor 3,79 miljard euro.

Telefoons met een Nokia-logo zullen niet helemaal verdwijnen. Microsoft heeft een licentieovereenkomst gesloten met de Finnen, waardoor het tien jaar lang simpele mobiele telefoons mag verkopen onder de Nokia-merknaam. Die zijn met name populair in opkomende landen. Maar nieuwe Nokia-smartphones zullen niet meer op de markt komen.

Dat is een grote verandering voor het Finse bedrijf, dat aan de wieg stond van de huidige smartphones. In 1996 bracht het de Nokia 9000 Communicator uit, één van de eerste telefoons met internetfuncties. Later schopte Nokia het met zijn Symbian-smartphones tot wereldmarktleider.

Maar inmiddels zijn de Finnen gepasseerd door Apple, Samsung en een reeks andere fabrikanten. Met de verkoop van de mobiele tak slaat Nokia een nieuwe weg in. Dat is niet de eerste keer in de bijna 150-jarige historie van de Finse firma.

Geschiedenis van Nokia

De geschiedenis van Nokia begint in 1865, als de mijnbouwdeskundige Fredrik Idestam de potentie van Finland inziet voor de papierindustrie. De behoefte aan papier nam enorm toe in die jaren, maar het eindproduct wordt in die tijd nog gemaakt met oude kleren als grondstof voor de pulp. Daarvan is er een tekort.

Idestam ziet in Duitsland een nieuwe uitvinding: een molen die van hout pulp kan maken. Hij ziet meteen kansen, met de bosrijke omgeving van Finland en de overvloed aan stromend water. Hij bestelt materieel uit Duitsland en krijgt op 12 mei 1865 een vergunning om aan de slag te gaan.

Hoewel Idestam niet de eerste is met een papiermolen in Finland, is hij wel één van de succesvolste papierondernemers. In 1868 bouwt hij een tweede molen vlak bij het dorpje Nokia. Dat wordt drie jaar later de bedrijfsnaam als Idestam met de hulp van zijn vriend Leo Mechelin het bedrijf omvormt en aandelen uitgeeft.

Aan het begin van de twintigste eeuw vestigen twee andere bedrijven zich in het dorp: rubberproducent Finnish Rubber Works en kabelmaker Finnish Cable Works. De drie firma's vormen innige banden en gaan in 1967 op in hetzelfde bedrijf: Nokia Corporation.

Focus op telecommunicatie

Het concern is actief op vijf gebieden: rubber, kabels, bosbouw, elektronica en het opwekken van elektriciteit. Nokia maakt van alles: auto- en fietsbanden, rubber laarzen, televisies, computers, gasmaskers, chemicaliën en meer.

Eind jaren tachtig begint die brede strategie zich te wreken als de Finse economie zware klappen krijgt te verduren en vooral de televisietak forse verliezen moet slikken. Langzaamaan slankt Nokia af; de bandenfabrikant en laarzenmaker gaan zelfstandig verder en de pc- en televisiedivisies worden verkocht.

In 1992 neemt topman Jorma Ollila een radicale beslissing. Nokia richt zich voortaan alleen op de snelgroeiende telecommunicatietak en stoot alle andere onderdelen af. Het Nokia dat we kennen als mobieltjesmaker is geboren.

Het Nokia van 2013

Anno 2013 maakt Nokia een soortgelijke breuk met het verleden, door de kwakkelende mobieltjestak over te doen aan Microsoft. De Finnen beginnen opnieuw. Maar wat blijft er van Nokia over?

Naar omzet gemeten gaat het bedrijf door de helft. De mobiele divisie was in het tweede kwartaal met 2,7 miljard euro goed voor 47,5 procent van de inkomsten.

Het nieuwe Nokia bestaat uit drie onderdelen. Nokia Solutions and Networks levert netwerkapparatuur aan bedrijven als Deutsche Telekom en Cisco Systems. Onder de naam HERE ontwikkelt Nokia kaarten en navigatiediensten. Als laatste beschikken de Finnen over de onderzoekstak Advanced Technologies, die bijna 40.000 patenten bezit. Daarvoor wil Nokia licentiegeld vragen.

De grootte van de onderdelen in ogenschouw nemend, wordt Nokia een telecomleverancier, die ook softwarediensten en licenties verkoopt. Hoe kansrijk is die strategie? Een blik op de mogelijkheden per pijler.

1. Patentenkoning

In de tientallen jaren dat Nokia mobiele telefoons maakt, heeft het veel technologische innovaties bedacht, zowel op hardware- als softwaregebied. Daardoor bezit het Finse concern een groot patentportfolio, waarmee het geld zou kunnen verdienen, ofwel door het verstrekken van licenties of door andere bedrijven voor de rechter te slepen.

Tot nu toe deed Nokia dat mondjesmaat. In 2011 boekte het een overwinning op Apple; de bedrijven schikten voor een onbekend bedrag en Apple betaalt sindsdien doorlopende royaltyvergoedingen voor de betreffende Nokia-patenten. Maar dat was één van de weinige keren dat de Finnen zich lieten gelden op patentgebied.

De reden daarvoor is simpel: Nokia was actief op dezelfde markt als de telefoonmakers die ze aanklaagden. Een aantijging tegen een andere smartphonemaker betekende minstens zoveel aanklachten terug tegen de telefoons van Nokia. En dat levert een juridische loopgravenoorlog op die jaren kan duren. Zie de huidige strijd tussen Apple en Samsung. Het geschil tussen Apple en Nokia duurde zo'n twee jaar, totdat de Amerikanen schikten met de Finnen.

Nu Nokia geen mobiele telefoons meer maakt, kan het zonder zorgen andere bedrijven pakken op patentschending. Voor de telefoons moet je nu immers bij Microsoft zijn. Die heeft op zijn beurt - heel slim - een tienjarige licentiedeal gesloten voor de Nokia-patenten. Nokia kan nu de concurrenten van Microsoft onder vuur nemen.

En dat is het vermoedelijk ook van plan: volgens het persbericht wil Nokia het licentieprogramma uitbouwen. Dat betekent dokken voor de bedrijven die patenten schenden. Zo niet, dan volgt de gang naar de rechter.

Hoeveel de licentiedeals Nokia structureel op kunnen brengen is moeilijk in te schatten. Maar de 1,65 miljard euro die Microsoft betaalt voor een tienjarige licentiedeal biedt in ieder geval hoop.

2. Digitale kaarten

Goede kaarten maken is moeilijk, daar kwam Apple vorig jaar achter toen het Apple Maps uitrolde. Het kost jaren om juist die details goed te krijgen die de kaarten waardevol en bruikbaar maakt in het dagelijks leven van mensen. Niets is immers irritanter dan een verkeerde afslag nemen of de kleine kroeg niet kunnen vinden waar al je vrienden zitten.

De drie grote spelers op de kaartenmarkt (Google, TomTom en Nokia) hebben er jaren over gedaan om kwaliteit te leveren. Google heeft de kaarten grotendeels zelf ontwikkeld, TomTom nam in 2008 het kaartenbedrijf Tele Atlas over en Nokia kocht in 2008 Navteq aan.

Locatie en navigatie is een groeimarkt, daarom kwam Apple ook met eigen kaarten (overigens met hulp van TomTom). Maar het is lastig opboksen tegen Google, die de software gratis aanbiedt. TomTom heeft het moeilijk, en ook de HERE-afdeling van Nokia laat geen opbeurende cijfers zien. Al jaren achtereen noteert de divisie een negatieve operationele winst van honderden miljoenen.

Wellicht kan HERE met zijn kaarten, navigatiesoftware en OV-informatie floreren buiten de muren van Windows Phone. Nokia zegt dat het kaarten en locatiediensten aan wil bieden op verschillende schermen en besturingssystemen. Ook sluit Nokia steeds meer deals met autofabrikanten voor het inbouwen van navigatiesoftware, een strategie die ook Google en TomTom volgen.

Hoe dan ook, HERE lijkt niet de vetpot waar Nokia in de toekomst op kan steunen.

3. Telecomapparatuur

De grootste en sinds kort ook winstgevende tak van de Finse firma is Nokia Solutions and Networks, kortweg NSN. Tot eind juli stond die afkorting nog voor Nokia Siemens Network, totdat Nokia het belang van Siemens in het samenwerkingsverband overnam voor 1,7 miljard euro.

En dat lijkt geen slechte zet. Door omvangrijke kostenbesparingen waarbij 17 duizend banen werden geschrapt, wist NSN vorig jaar voor het eerst winst te boeken. Ook in het tweede kwartaal was het operationeel resultaat positief met 8 miljoen euro.

NSN maakt netwerkapparatuur voor bijvoorbeeld telecomproviders, en daar valt de komende jaren veel geld te verdienen door de uitrol van LTE, de nieuwste generatie mobiel internet.

Neem de Russische markt, waar de providers klaarstaan om bijna 10 miljard euro te investeren in mobiele netwerken. NSN heeft een deel van die contracten binnengesleept, maar moet het afleggen tegen marktleider Ericsson uit Zweden. Ook zijn er Chinese kapers op de kust, zoals Huawei en ZTE. Een andere grote concurrent op het gebied van netwerkapparatuur is het Frans-Amerikaanse Alcatel-Lucent, waar de Nederlander Ben Verwaayen tot voor kort de scepter zwaaide.

Veel concurrentie dus, en NSN heeft een achterstand in te halen. Huawei en Ericsson slepen gezamenlijk driekwart van alle LTE-contracten binnen wereldwijd, aldus marktonderzoeker Informa. NSN moet het doen met 17 procent.

Ondanks de uitdagingen lijkt NSN de meest zekere toekomst voor het Finse bedrijf. Daarmee lijkt de stap die Nokia nu maakt erg op die van het Zweedse Ericsson. Ook zij hadden te maken met een verlieslijdende mobieltjesdivisie. Na een joint-venture met Sony in 2004 en uiteindelijk de uitkoop zeven jaar later richtte Ericcson zich volledig op de huidige kernactiviteiten: levering van infrastructuur voor mobiele technologieën.

Dat heeft de Zweden geen windeieren gelegd. Ze zijn marktleider en hebben al jaren een stabiele inkomstenstroom.

Nokia moet eenzelfde stap zien te maken met NSN, dan kan het overleven en weer groeien. Alleen wel uit de spotlights, want in tegenstelling tot mobiele telefoons is telecommunicatie is geen 'sexy business' die dicht bij het dagelijks leven van de consument staat.