Het had wat voeten in de aarde, maar eindelijk is het zover: de sociale
partners praten over het aan het werk helpen van outsiders en het hervormen
van het ontslagrecht. De vraag is waarom sociale partners nog altijd zoveel
te zeggen hebben over het sociaal economische beleid.

De vakbonden vertegenwoordigen toch vooral de belangen van de oudere
witte mannen. Slechts een kwart van de werknemers is nog lid van een bond.

Werkgeversorganisaties zijn goed georganiseerde professionele lobbyclubs.
Sluit je je als ondernemer aan bij een aangesloten branchevereniging dan ben
je automatisch lid van de werkgeversvereniging. Met de representativiteit
lijkt het dus wel goed te zitten. Dat neemt niet weg dat de organisaties zo
ambtelijk zijn geworden dat ze ver van het bed van de gewone ondernemer
afstaan.

Je zou haast denken dat politici zich proberen te verschuilen achter
belangenverenigingen. Laat politici zelf beslissingen nemen. Daar zijn ze
voor aangesteld.

In plaats van zelf onmiddellijk bij aantreden krachtig op te treden,
heeft dit kabinet heeft het creëren van draagvlak door met Jan en alleman in
overleg te treden tot zijn handelsmissie verheven. Een akkoord met sociale
partners over het aan het werk helpen van 200 duizend mensen maakt hier deel
van uit. Het kabinet wil het functioneren van de arbeidsmarkt verbeteren
door te zoeken naar "een nieuw evenwicht tussen scholing,
inkomensverzekering en ontslagbescherming," zo staat te lezen in het
beleidsprogramma. Maak een mooie wet zou je zeggen en klaar is Kees. Maar
nee, alle sloten van de polder moeten worden doorgewaad.

Dat duurt eeuwen. Het proces is zo stroperig dat het tijden duurt alle neuzen
één kant op te krijgen. Het is oude kritiek op het podermodel, maar daarom
niet minder actueel.

Het Nederlandse overlegmodel dateert van na de Tweede Wereldoorlog. Het
akkoord van Wassenaar uit 1982 geldt nog altijd als schoolvoorbeeld van het
succes van het overlegmodel waarin werkgevers en werknemers in alle
redelijkheid tot een oplossing komen. In ruil voor arbeidstijdverkorting
gingen werkgevers en werknemers akkoord met langdurige loonmatiging. De
economie zat na de oliecrises van 1973 en 1979 in een dal. De werkloosheid
werd steeds groter. Het akkoord kwam tot stand nadat de overheid gedreigd
had in te grijpen in de loonontwikkeling.

Nog altijd wordt dit onder druk gesloten akkoord geroemd. Polderen zou goed
zijn voor de arbeidsrust. Het zorgt voor draagvlak en voorkomt stakingen. De
vraag is of deze vlieger nog altijd opgaat.

In 2004 stonden het kabinet en de vakbeweging nog lijnrecht tegenover elkaar.
Partijen konden het niet eens worden over hervormingen van de WW, de WAO en
de Vut en het prepensioen. Het kabinet dreigde de sociale partners te
passeren en een eigen plan door te voeren. Er werd getornd aan bestaande
rechten. Het museumplein liep vol en het kabinet kwam de vakbeweging toch
nog een beetje tegemoet. Er werd alsnog een akkoord gesloten. De polder was
weer even gered.

De vraag is of mensen die vrezen bestaande rechten te verliezen altijd gelijk
hebben. Een kabinet is democratisch tot stand gekomen. In principe heeft een
kabinet de steun van de meerderheid. Dat is voldoende basis om zelf iets te
besluiten.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl