Veel grote musea zijn verworden tot stallingen van kunstwerken uit het zicht. Van Claude Monet is veel te bezichtigen, maar slechts de helft van Picasso’s werken hangt in museumzalen.

Nieuws- en onderzoekswebsite Quartz onderzocht de beschikbaarheid van werken van bekende kunstenaars in vele musea over de hele wereld. De bezittingen van 48 galeries in zeven landen zijn uitgeplozen, waaronder vooral grote Amerikaanse musea. Ook het Rijksmuseum, het Stedelijk, Van Gogh Museum en het Kröller-Müller Museum zijn opgenomen in het onderzoek.

Uiteindelijk onderwierp Quartz 2.087 stukken uit twintig musea aan een nadere blik. Slechts 44 procent blijkt te zien te zijn.

Claude Monet, de wereldberoemde impressionist, staat boven aan de lijst met meest beschikbare kunst. De Oostenrijkse expressionist Egon Schiele bungelt onderaan met nul openbare werken. En dat terwijl zeven musea uit de lijst in totaal 53 van zijn geesteskinderen achter de schermen beheren.

De Franse fotograaf Henri Cartier-Bresson spant de kroon met bijna 200 werken die in de archieven bewaard worden. Slechts één hangt in een museum, maar je moet er wel voor naar Los Angeles. Het Rijksmuseum bewaart 11 stukken van hem in de opslag.

Kwetsbaar of voor onderzoek

Toegegeven, er is niets mis met het opslaan van kunst. Sommige werken zijn waardevoller als groep voor wetenschappers om te bestuderen - de zogenoemde studiecollectie. Andere zijn bijzonder kwetsbaar voor dag- of kunstlicht en blijven daarom beter bewaard voor het nageslacht in een duistere kluis.

Maar volgens Quartz zijn er zat werken die juist op een flinke toeloop kunnen rekenen als ze wél zichtbaar zouden zijn. Deze zijn niet per se kwestbaar. Dat wijst erop dat sommige musea de opslag als hun primaire taak zien. Zeker de oudere, grote legendes als het MoMA in New York en de Sint-Petersburgse Hermitage. Kunst is duurder dan ooit, ook voor musea. En als de opslag constant groeit, zullen de kosten ook blijven stijgen.

Verkopen kan vaak niet

Verkopen van de kunst is een taboe, schrijft Quartz. Veel musea mogen werken niet eens verkopen of weggeven, als de donateurs dat bijvoorbeeld hebben bedongen. Anderzijds, als het Art Institute of Chicago 1 procent van zijn collectie van de hand zou doen, zou het museum tot in de eeuwigheid gratis toegankelijk kunnen zijn.

De Nederlandse musea die onderzocht zijn, hebben een groot deel van hun collectie gedigitaliseerd. Het Stedelijk heeft de database met duizenden voorwerpen doorzoekbaar gemaakt, bij het Kröller-Müller Museum is de online collectie nog in bètaversie. Het Rijksmuseum kent een helder overzicht en het Van Gogh Museum eveneens.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl