Een faillissement kan in hoger beroep worden afgewezen. Advocaat faillissementsrecht Heleen Ceelen van AMS Advocaten licht aan de hand van een recent geval toe hoe je kunt opkomen tegen een faillissementsvonnis.

In een recent arrest heeft het hof ’s-Hertogenbosch een faillissement vernietigd in hoger beroep wegens misbruik van bevoegdheid, ondanks het feit dat wel was voldaan aan alle voorwaarden voor een aanvraag faillissement.

Hoger beroep: verzet tegen faillissementsvonnis

Als een schuldenaar is verschenen tijdens de mondelinge behandeling van het faillissementsverzoek bestaat er na faillietverklaring de mogelijkheid om binnen acht dagen hoger beroep in te stellen tegen het faillissementsvonnis.

Verzet tegen het faillissementsvonnis is mogelijk binnen veertien dagen is als een schuldenaar niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

Misbruik van bevoegdheid

In bovengenoemde zaak kwam een sportvereniging in hoger beroep van haar faillietverklaring. Het faillissement was aangevraagd door de gemeente, welke een vordering op de sportvereniging had uit hoofde van erfpacht met betrekking tot de sportaccommodatie.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat aan de vereisten voor het aanvragen van een faillissement wel was voldaan. De sportvereniging erkende (deels) de vordering van de gemeente, de vereniging had meer dan één schuldeiser en meerdere schuldeisers werden niet voldaan.

Tijdens het hoger beroep voerde de sportvereniging ter zitting onder meer aan dat de gemeente misbruik had gemaakt van haar bevoegdheden door het faillissement van de sportvereniging plots aan te vragen. De vereniging had namelijk kort daarvoor met de gemeente nog een stappenplan opgesteld om financieel orde op zaken te stellen.

Dit plan was amper opgestart toen de gemeente plotseling besloot het faillissement van de vereniging aan te vragen. In de media zouden daarnaast berichten zijn verschenen waaruit andere plannen van de gemeente waren gebleken en waaruit volgde dat de sportvereniging de gemeente in de weg zat.

Meer zorgvuldigheid vereist

Ter zitting kon de gemeente haar beweegredenen vervolgens onvoldoende onderbouwen. Het hof oordeelde mede als gevolg daarvan dat er onvoldoende aanleiding was voor de gemeente om haar plotselinge koerswijziging te verklaren.

Van een overheidsorgaan als de gemeente kan aldus het hof meer nog dan van een gewone schuldeiser zorgvuldigheid worden verlangd, zeker als er maatschappelijke belangen in het spel zijn zoals die van een vereniging met 300 actieve leden.

Vernietiging faillissementsvonnis

Gezien de onevenredigheid tussen het belang van de gemeente als schuldeiser en het belang van een maatschappelijk geëngageerde sportvereniging, die daarmee feitelijk wordt gedwongen haar bestaan op te geven, had de gemeente volgens het hof naar redelijkheid niet tot die uitoefening van haar bevoegdheid kunnen komen.

De gemeente maakte misbruik van bevoegdheid. Door onvoldoende onderbouwd over te gaan tot aanvraag van het faillissement en bovendien plotseling over te gaan op een andere koers die onvoldoende is te verklaren, is naar het oordeel van het hof sprake van misbruik van bevoegdheid door de gemeente. Om die reden wordt het faillissementsvonnis in hoger beroep vernietigd.

Heleen Ceelen is advocaat bij AMS Advocaten en adviseert en procedeert met name op het gebied van het ondernemingsrecht, insolventierecht, arbeidsrecht, verbintenissenrecht en incasso.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl