Met slechts 13 fouten heeft Vlaming Dirk Bosmans (36) uit Brussel dit jaar het Groot Dictee der Nederlandse Taal gewonnen.

Hij maakte zeven spelfouten in de tekst Een przewalskipaardenmiddel van Kees van Kooten en zag daarnaast zes taalfouten over het hoofd.

De Nederlandse grafisch ontwerper Joke Beltman (49) uit Arnhem eindigde als tweede. Ook zij maakte 13 fouten, waaronder 8 spelfouten. Op de derde plaats met 15 fouten eindigde de 21-jarige Emilie Cardon uit Lokeren, deze Vlaamse is studente Biochemische Wetenschappen.

Bij de prominenten werd de top 3 gevormd door poëzieperformer Maud Vanhauwaert (21 fouten, waarvan 14 spelfouten), hoogleraar Paul Schnabel (21 fouten, waarvan 16 spelfouten) en VRT-journaliste Ann de Bie (22 fouten, waarvan 13 spelfouten).

De 19 Nederlandse prominenten maakten gemiddeld 40 fouten in de dicteetekst. De tien bekende Vlamingen maakten gemidddeld 31 fouten. Ook bij de gewone deelnemers scoorden de Vlamingen beter. De 20 lezers van de Volkskrant maakten gemiddeld 27 fouten, de tien lezers van de Vlaamse krant De Morgen gemiddeld 26,5.

Foute zinsconstructies herkennen

Voor het eerst in de geschiedenis van het dictee moesten de deelnemers niet alleen goed spellen, maar ook het verkeerd gebruik van woorden en foute zinsconstructies herkennen en onderstrepen.

De dicteewinnaar is groot voorstander van de andere aanpak van Van Kooten. Bosmans: "Ik vind het wel heel fijn dat Kees van Kooten op deze manier de aandacht op taalvervuiling heeft gevestigd. Misschien dat mensen het rot vinden, maar het is een onderdeel dat aandacht verdient. Spelfouten hoor je niet, stijlfouten lees je en die hoor je."

Scheidend juryvoorzitter Inez Weski was blij met de nieuwe opzet. "Taal is meer dan spellen natuurlijk, het is ook de context. Deze aanpak verdient volgend jaar bij de 25e editie zeker navolging."

Lees hieronder de volledige tekst van Kees van Kooten terug. De opzettelijke verhaspelingen van Van Kooten, vanaf de derde zin, zijn onderstreept.


Een przewalskipaardenmiddel

1.
Na koffie gedronken te hebben, begon het Groot Dictee.
Niettegenstaande de taalcriticus Charivarius zijn macedoine
‘Is dat goed Nederlands ?’, die verrukkelijke  thesaurus vol linguïstische bêtises, publiceerde in 1940, zou het journaille anno hodie een raillerend exposé van onze pennenstrijd alsnog met dit piteuze zinnetje kunnen initiëren.

2.
Zulke lammenadige anastrofes vernoemde de criticaster naar zijn tante Betje, in wier postale verbiage een heel aantal zeugmata, polysyndetons en anakoloeten wiewauwde.

3.
‘Een heel aantal’ is de contaminatie van ‘een groot aantal’ en ’heel veel’; vanavond irriteren wij ons aan spelfouten, mitsgaders aan menig grammaticaal quid pro quo - emendeer mij!

4.
Als men insinueert dat u heimwee heeft naar de leraar Nederlands als fenikswaarmee het zo is gegaan dat hij werkeloos achter de gerianiums zit, moet u niet paranoia reageren, aangezien die accusatie een vrijwel cliché is.

5.
Het was veelbetekend hoe elke media onwelwillig reflecteerde op de krankjorume tekst van het Koningslied, over wiens begeestering de godganse participatiemaatschappij zich streste.

6.
hoort ons inziens tot een van het gardekorps Nederlanders die menen dat de campertiaanse schrijfwijze van het adjectief verrukkelijk - het megafonetische neologisme vurrukkulluk –
als voorkeurspelling* te verkiezen had geweest.

7.
Het is niet zozeer een fetisj voor spelling als wel het tot in de finesses breidelen van grammaticale valstrikken dat ons steeds overnieuw beschermt tegen een Babels imbrogliomits dit verifiërende przewalskipaardenmiddel de enige wapening tegen nepmailtjes concretiseert.

8.
Bijgevolg beseft u zich een pseudobancaire poging tot phishing zorgeloos te kunnen deleten dan u leest: Er is een inactieve activiteit op dit rekening plaatsgevonden. Want zodan onze zuiderburen zeggen: Menen ligt dicht bij Kortrijk maar verre van Waregem.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl