Bonje met de overheid? Als individu kun je naar de rechter stappen, als persoonlijke rechten in het geding zijn. Maar tegen overheidsfalen in bredere zin lijkt geen kruid gewassen. Dat voedt het wantrouwen tegen de staat, betoogt Gijs van Loef.

Oud-premier Ruud Lubbers zou ooit gezegd hebben: we hebben allemaal een ding gemeen en dat is dat we een hekel aan de overheid hebben. Hoe is deze weerzin tegen de overheid bij burgers èn ambtenaren dan te verklaren? Heeft het te maken met een gebrek aan geloofwaardigheid van de overheid?

Ik kom tot de volgende verklaring. Mensen functioneren op twee bewustzijnsniveaus. In de basisstand domineert het oppervlakkige bewustzijn, het stelt ons in staat om snel te oordelen en te handelen. Indien nodig activeren we het kritische, nadenkende bewustzijn, dat ons in staat stelt om tot logisch samenhangende en doordachte inzichten te komen. De werking van het snelle en het kritische bewustzijn zijn door Daniel Kahneman als de two systems beschreven in Thinking, Fast and Slow.

Politici werken met het snelle brein

In ons alledaags denken en handelen staat het brein in de snelle basisstand. Het snelle brein beantwoordt de vraag die opiniepeilers stellen. Zoals: waar gaat u op stemmen? Het snelle brein stelt ons ook in staat politiek correct te zijn als de sociale situatie daar om vraagt.

Politici zijn getraind in het werken met het snelle brein. Budgettaire kaders en positieve mediacommunicatie zijn bouwstenen voor het brein. Mediatraining is voor elke politicus een must. Minister, wat vindt u hier nu van? Het snelle, politieke brein moet PowNed van repliek kunnen dienen.

Politici mijden het kritische brein

Het kritische brein wordt geactiveerd bij het verschijnen van rapporten van de Algemene Rekenkamer, de Nationale Ombudsman en bij Parlementaire enquêtes. Men neemt, al is het vluchtig, kennis van de belangrijkste, noodzakelijkerwijs scherp geformuleerde conclusies.

Wie het interesseert, verdiept zich in het onderzoek en de aanbevelingen. Er worden moeilijke vragen gesteld aan politici. De externe communicatie wordt grondig voor-geëxerceerd. Men belooft beterschap, er worden maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen. In de media verschijnen deskundigen, iedereen doet zijn plas en de leercyclus is rond.

Als mensen in hun kritische bewustzijnsstand zitten realiseren ze zich dat de overheid complex is en dat er bij de uitvoering van taken veel komt kijken. In het volhardende kritische brein weten we dat de politiek deze complexiteit niet aan kan en er ook niet aan wil. Vrijwel alle politici opereren vanuit de snelle bewustzijnsmodus en zijn getraind in het ontwijken van lastige vragen die het dieperliggende bewustzijn triggeren.

Burger slaat alarm

Ons kritische bewustzijn wordt getriggerd als de eigen wettelijke rechten in het geding zijn. Dan slaan we alarm en dienen een bezwaarschrift in. Desnoods stappen we naar de rechter.

De decentralisatie van hulp- en zorgtaken naar de gemeenten is een goed voorbeeld. De kritische beschouwer denkt dat dat hele operatie ingegeven is door bezuinigingen en het onvermogen om taken op centraal niveau goed te regelen en dat het verhaal van de 'participatiesamenleving' er later bij verzonnen is. Over het beëindigen van de huishoudelijke hulp door individuele gemeenten worden nu verschillende rechtszaken gevoerd.

De marktwerking in de publieke domein is een ander voorbeeld van een falende centrale overheid die haar problemen over de schutting kiepert. De markt zou uitvoerende taken beter èn goedkoper doen dan de overheid. Maar beide claims, de markt doet het beter en de markt doet het goedkoper, zijn niet algemeen bewezen.

In 2013 concludeerde de TU Delft bijvoorbeeld dat het Nederlandse spoor na de opsplitsing minder efficiënt is geworden en dat de productiviteit van het spoor is gedaald.

Institutionele blokkade

Als niet direct het eigenbelang meespeelt, loopt de individuele kritische houding stuk op institutionele muren. Het raadgevend referendum is bij wet geregeld. Maar de Tweede Kamer heeft geen oor naar een adviserend referendum over de manier waarop Nederland besluiten neemt in haar relatie tot de Europese Unie.

Steeds als we moeite doen om kritisch na te denken over het functioneren van de overheid (en de politiek), stuiten we op een geloofwaardigheidsprobleem. Zie ook de discussie over topinkomens in de publieke sector.

Geen wonder dat het vertrouwen in de overheid helemaal weg is. Landelijke politici zijn er klaarblijkelijk niet voor ons, ze zijn tegen ons. Het zijn de wachters van de overheid.

Natuurlijk, het individu beschikt over mogelijkheden om vermeend onrecht aan te vechten. Hij kan een bezwaarschrift indienen en desnoods naar de rechter stappen. Een hoop gedoe, denkt het beschouwende brein. Emoties spelen op die horen bij het snelle brein.

De individuele mens voelt zich (vrijwel) machteloos tegenover een almachtige staat, die ongeloofwaardig en onbetrouwbaar overkomt. Hoe reageert het emotionele brein hier op? In het openbaar houden we de overheid te vriend. Maar heimelijk haten we diezelfde overheid. Dat is waar Lubbers op doelde.

Gijs van Loef is expert op het snijvlak van overheid en markt. Hij is auteur van de boeken 'De kloof voorbij, een visie op de toekomst van Nederland' en 'Kiezen tussen overheid en markt, een wake-up-call voor onze volksvertegenwoordigers'.