De Europese Commissie mikt op een Europees steunfonds voor landen en regio’s die getroffen zijn door de coronacrisis van 750 miljard euro.

Twistpunt tussen de lidstaten is hoe dat geld bijeengebracht wordt en of dit beschikbaar komt in de vorm van leningen of giften.

In juni moeten de regeringsleiders van de EU-landen uiteindelijk beslissen over het noodfonds.

De Europese Commissie wil 750 miljard euro voor een herstelfonds voor zwaar door het coronavirus getroffen lidstaten. Dat heeft commissaris Paolo Gentiloni (Economie) getwitterd.

Voorzitter Ursula von der Leyen brengt de cijfers over het beoogde herstelfonds, dat unaniem door de 27 lidstaten moet worden goedgekeurd, later in het Europees Parlement officieel naar buiten.

De Commissie wil het geld op de kapitaalmarkt gaan lenen met de Europese meerjarenbegroting (MFK) van 2021 tot en met 2027 als dekking. Die wil ze naar 1.100 miljard euro verhogen.

Het huidige MFK (2014 tot eind dit jaar) bedraagt ongeveer 960 miljard euro.

Twee derde van het herstelfonds, 500 miljard euro, wordt aan de zwaarst getroffen lidstaten geschonken en 250 miljard euro komt als goedkope leningen ter beschikking.

Spanje en Italië kunnen het meeste geld verwachten als de plannen worden goedgekeurd. Madrid zou ruim 77 miljard euro aan giften en ruim 64 miljard aan leningen kunnen krijgen. Voor Rome gaat het om bijna 82 miljard aan giften en 90 miljard euro aan kredieten, blijkt uit een overzicht van de Commissie.

Nederland heeft recht op 6,75 miljard aan giften, maar krijgt geen leningen. De kredieten hoeven pas na 2027 te worden afgelost.

Beslissing over Europees noodfonds ligt bij regeringsleiders

De Commissie wil niet alleen lidstaten maar ook levensvatbare bedrijven en sectoren door de coronacrisis heen helpen. Lidstaten die voor hulp aankloppen in Brussel moeten investerings- en hervormingsplannen inleveren. Die moeten zijn gericht op vergroening, digitalisering en het versterken van de economie.

Voor de miljardenplannen zoekt de commissie ook naar meer eigen middelen. Zo wil ze een heffing op de omzet van grote bedrijven en een CO2-heffing op buitenlandse producten invoeren.

Alle 27 EU-landen moeten instemmen met de plannen, maar er is grote onenigheid over de beoogde omvang van het fonds en de manier waarop steun moet worden verleend.

Zo vormt Nederland samen met Oostenrijk, Zweden en Denemarken de club van de 'zuinige vier'. Die wil dat steun vooral komt in de vorm van leningen. Het voorstel van de Europese Commissie om 500 miljard euro uit te delen in de vorm van giften en subsidies ligt kan dus op stevig verzet rekenen.

Frankrijk en Duitsland zijn bereid een veel groter deel van de financiering via subsidies en giften te verstrekken.

De EU-leiders komen in juni mogelijk fysiek bijeen om tot een akkoord te komen.

LEES OOK: Zuinige EU-landen komen met eigen voorstel voor Europees herstelfonds gebaseerd op leningen