Méér ruimte om dingen nationaal te regelen. Dat was een belangrijk motief voor Britten die vóór de Brexit stemden.

Migratiewetgeving is daarin een belangrijk punt, maar een harde Brexit – een vertrek uit de Europese interne markt – zou ook betekenen dat de Britten zich niet meer hoeven te houden aan de Europese mededingingsregels.

In theorie zou het VK bij een harde Brexit veel makkelijker kunnen stunten met fiscale voordelen die het voor internationale bedrijven goedkoper zouden maken om voor Groot-Brittannië te kiezen. Premier Theresa May heeft daar begin dit jaar ook duidelijk op gehint.

De strategie om ‘corporate tax haven’ te worden zou handig kunnen uitkomen om te voorkomen dat multinationals al te massaal vertrekken uit het Verenigd Koninkrijk.

Eerlijke kansen en concurrentie

Margrethe Vestager, de eurocommissaris voor Mededinging, ziet het echter niet snel gebeuren dat de Britten zich na de Brexit zal storten op dit soort belastingdeals met bedrijven.

“De Britten hebben zich de afgelopen decennia altijd sterk gemaakt voor open markten, eerlijke kansen en concurrentie op basis van kwaliteiten. Dus als het gaat om mededinging zie ik niet waarom ze van mening zouden veranderen”, zegt de Deense eurocommissaris tegenover Business Insider Nederland.

Vestager, die afgelopen woensdag de Europa Lezing gaf in Leiden, benadrukt wel dat het momenteel erg lastig is om voorspellingen te doen. “De onderhandelingen zijn nog niet eens begonnen. Maar als je een prognose maakt op basis van hun verleden, zie ik geen reden waarom ze hun huidige standpunten niet doorzetten.”

De Brexit wordt door tegenstanders doorgaans gezien als onderdeel van een golf van economisch nationalisme, waar ook de ‘America first’-campagne van Donald Trump toe behoort.

Voormalig Brits premier Gordon Brown waarschuwde na het Brexit-referendum ook voor een ‘protectionistische impuls’. Oud-minister van Financiën George Osborne noemde de Brexit ‘de grootste daad van protectionisme in de Britse geschiedenis’.