• De Europese Commissie eiste woensdag in de rechtbank van Brussel een miljardenvergoeding van vaccinmaker AstraZeneca voor de vertraagde levering van z’n vaccins.
  • De EU wil dat de Brits-Zweedse farmaceut 10 euro betaald voor iedere dag dat een dosis van het coronavaccin te laat is; dat zou neerkomen op 2 miljard euro per dag.
  • Volgens AstraZeneca is het contract met de EU niet bindend, omdat het bedrijf alleen maar kon beloven zijn uiterste best te doen om de afspraken na te komen.

De Europese Commissie heeft woensdag een miljardenvergoeding geëist van vaccinfabrikant AstraZeneca. De Commissie vroeg de rechtbank van Brussel de Brits-Zweedse farmaceut 10 euro te laten betalen voor iedere dag dat een dosis van het coronavaccin is vertraagd.

AstraZeneca verwacht vóór 1 juli maar 100 miljoen van de beloofde 300 miljoen coronavaccins te kunnen leveren. Vanaf dat moment staat het bedrijf dus 200 miljoen doses in het krijt.

Als dat zo zou blijven, zou de schadevergoeding dagelijks met twee miljard euro toenemen. AstraZeneca leverde begin mei 50 miljoen doses geleverd, dat was slechts een kwart van het aantal beloofde vaccins.

Volgens een advocaat van de EU zou AstraZeneca niet eens hebben geprobeerd om zich aan het contract met de EU te houden. Ook zou de farmaceut tekort zijn geschoten met het informeren over leveringsproblemen. Vooral omdat het bedrijf altijd volhield dat het aan zijn afspraken zou voldoen.

Het bedrijf had de EU in december gewaarschuwd voor productieproblemen. Pas eind januari, vlak voor het begin van de leveringen, zou het bedrijf hebben medegedeeld dat er veel minder vaccins zouden worden geleverd dan afgesproken in het eerste kwartaal.

De advocaat van AstraZeneca benadrukte dat een contract voor een medicijn wel wat anders is dan een contract voor de levering van schoenen of T-shirts en de productie van een nieuw vaccin zeer complex is. Volgens de farmaceut moet de schadevergoeding fors naar beneden worden gebracht bij een negatief vonnis. Hij zei verder de beschuldigingen van de EU schokkend te vinden.

Verder wees de advocaat van AstraZeneca erop dat het bedrijf zijn leveringsdoelstellingen had geformuleerd op basis van vroege ramingen van de productiecapaciteit. Hij voegde eraan toe dat het vaccin tegen kostprijs werd verkocht. Het contract was in zijn ogen ook niet bindend, omdat het bedrijf alleen maar kon beloven dat het zijn uiterste best zou doen om aan de afspraken te voldoen.

Met de rechtszaak probeert de Europese commissie de vaccinmaker zover te krijgen vóór juli minstens 120 miljoen doses te leveren. De volgende hoorzitting is op 4 juni, gevolgd door een vonnis dat ergens later die maand wordt verwacht.

Lees meer over coronavaccins: