De proef van NU.nl en de Universiteit van Leiden om nepnieuws op Facebook te checken, is vooralsnog niet erg succesvol.

Dat heeft alleen niets te maken met de journalisten en factcheckers. In Nederland is er simpelweg te weinig nepnieuws te vinden.

De universiteit en de nieuwssite startten eerder deze maand een samenwerking met Facebook. Gebruikers kunnen berichten die ze niet vertrouwen insturen, de factcheckers controleren de berichten vervolgens op echtheid.

Tot dusver zijn er slechts tientallen meldingen gedaan, en is er één bericht van bijna vier maanden oud als hoax aangemerkt.

“Het kan zijn dat we erachter komen dat nepnieuws op Facebook in Nederland niet echt een probleem is, het kan ook zo zijn dat mensen de knop om het te melden nog niet goed genoeg weten te vinden, of dat het algoritme wat ervoor moet zorgen dat deze berichten bij ons terecht komen beter moet worden”, zegt hoofdredacteur Gert-Jaap Hoekman tegen Villamedia.

De berichten zijn bovendien nog van zo weinig gewicht dat de nieuwssite het niet relevant vindt om de gecheckte berichten ook nog eens extra aandacht te geven.

Amerikaanse verkiezingen

Ook docent Peter Burger van de Universiteit Leiden is nog niet erg onder de indruk van de binnengekomen meldingen.

Nepnieuws kwam behoorlijk onder de loep te liggen na de Amerikaanse verkiezingen. Volgens sommigen hebben nepberichten invloed gehad op de Amerikaanse verkiezingen. Apple-baas Tim Cook noemde het eerder dit jaar een 'groot probleem van deze tijd'.

Ook de staatssecretaris van Media, Sander Dekker, waarschuwde eerder deze maand voor nepnieuws: "Verspreiding van verzonnen berichten kan verstrekkende gevolgen hebben, zeker ook in verkiezingstijd."

Peter Burger van de Universiteit Leiden is het daar niet mee eens: "Het hele probleem van nepnieuws vind ik zwaar overdreven. Ik geloof er niets van dat de Amerikaanse verkiezingen erdoor beslist zijn. Of dat de echte journalistiek erdoor wordt verdrukt".