ANALYSE – Nederlandse exportbedrijven factureren veelal in euro’s en hebben daardoor geen valutarisico. Importeurs die goederen halen uit niet-eurolanden, krijgen vaak wel te maken met rekeningen in vreemde valuta’s.

Bedrijven die goederen importeren uit landen buiten het eurogebied lopen bijna altijd een valutarisico, aangezien de factuur vrijwel altijd in buitenlandse valuta’s luidt.

Sommige ondernemers weten echter met hun leverancier af te spreken om in euro’s te mogen betalen. Veel importeurs kijken dan niet of nauwelijks meer om naar de actuele wisselkoersen, omdat ze geen valutarisico meer lopen. Dat kan een dure vergissing zijn.

De buitenlandse leverancier die wordt uitbetaald in euro’s, heeft een valutarisico. Hij moet immers de euro’s die hij ontvangt omwisselen in zijn eigen muntsoort.

Om dit risico af te dekken rekent de leverancier vaak een hoge opslag op de wisselkoers door via de inkoopprijs die de importeur betaalt. Zo vermijdt hij dat een dalende euro een negatieve invloed heeft op zijn opbrengsten in de lokale valuta. De importeur betaalt daarvoor de prijs in de vorm van een onnodig hoge rekening.

In veel gevallen is een importeur beter af als hij zijn leverancier in lokale valuta betaalt en het daaruit voorkomende risico zelf afdekt.

Betalen in lokale valuta

Als een Nederlandse importeur van exotisch fruit zijn toeleveranciers in bijvoorbeeld Latijns-Amerika betaalt in lokale valuta, hoeven deze partijen geen opslag meer te hanteren voor het valutarisico. De inkoopprijs ligt dan vaak beduidend lager.

Een tweede voordeel is dat het voor toeleveranciers een stuk eenvoudiger is om een goede prijsopgave te maken wanneer ze dat in de eigen valuta kunnen doen.

Daar komt als derde bij dat een importeur die aanbiedt om het valutarisico voor zijn rekening te nemen heel wat krediet opbouwt bij zijn leverancier.

Het grootste voordeel is uiteraard dat betalen in vreemde valuta kan leiden tot een hogere winstmarge. Als de fruitimporteur efficiënter kan omspringen met het valutarisico dan zijn toeleveranciers, leidt dat direct tot een toename van het bedrijfsresultaat. Betalen in vreemde valuta is dan ook een concurrentiewapen in plaats van een onnodig risico.

Van valutarisico naar kans

Voordat de fruitimporteur zijn toeleveranciers aanbiedt om voortaan af te rekenen in real, pesos en andere valuta’s is het uiteraard zaak om eerst scherp in beeld te krijgen welke instrumenten er zijn om valutarisico’s af te dekken en welk prijskaartje daaraan hangt.

Het is bijvoorbeeld heel simpel om via Paypal af te rekenen, maar dat bedrijf brengt 2,9 procent aan kosten in rekening voor internationale betalingen. Bij banken, brokers en met name gespecialiseerde valutabedrijven ligt dat percentage vaak een stuk lager.

In de praktijk zien veel ondernemers op tegen het in kaart brengen van de mogelijkheden en de extra werkdruk tijdens de omschakelingsperiode. Mijn ervaring is echter dat veel ondernemers uiteindelijk heel tevreden zijn als ze de stap gewaagd hebben. Het verbetert hun winstmarge en verlaagt hun risico’s.

De eerste stap – valutabeleid als kans zien - is vaak nog het moeilijkst.

Joost Derks is valuta-expert bij de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij (NBWM). Hij begon zijn carrière bij Van Lanschot Bankiers en inmiddels heeft Derks ongeveer twintig jaar ervaring in de valutawereld. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer. Deze informatie is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde transacties en/of beleggingen via de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij NV.