Het Centraal Planbureau (CPB) blijft optimistisch over de economische ontwikkelingen. De Nederlansche Bank (DNB) is iets pessimistischer. 

Het CPB denkt dat de Nederlandse economie dit jaar groeit met 1,8 procent, volgend jaar trekt de groei aan naar 2,1 procent. Dat blijkt uit de jongste ramingen die vrijdag zijn vrijgegeven. Eerder ging het voornaamste economische adviesorgaan van het kabinet voor 2017 uit van een groei van 2 procent.

De groeiramingen van het CPB zijn optimistischer dan die van De Nederlandsche Bank (DNB). Die voorspelde donderdag een groei van 1,5 procent dit jaar en 1,9 procent in 2017. Eerder ging DNB nog uit van 2 procent groei voor dit jaar.

Het verschil van 0,3 procentpunt in de ramingen voor dit jaar is groot voor dergelijke macro-economische modellen.

Consumptie zet door

DNB is iets minder optimistisch onder meer door de beperking van de productie van aardgas en omdat de voorspellingen voor de wereldeconomie wat somberder zijn geworden door de turbulentie op de financiële markten begin dit jaar. “Daar doorheen gekeken gaat het de goede kant op met de economie”, zei DNB-directeur Job Swank donderdag. “We zitten echt overtuigend in de herstelfase.”

Vooral de consumptie groeit komende tijd stevig door, volgens DNB volgend jaar mogelijk het sterkst in zeventien jaar. Dit komt onder meer door de stijgende inkomens, waardoor de bestedingsruimte groeit. Daarbij is het vertrouwen flink toegenomen door het herstel van de woningmarkt, waardoor mensen weer meer durven uit te geven.

Gevaren van buitenaf

De mondiale economische groei blijft beperkt, vooral door groeivertraging van opkomende economieën. Daarbij springt Europa er relatief gunstig uit, al komt dat ook doordat de eurolanden uit een diep dal klimmen. Van een sterke opleving is volgens het CPB geen sprake.

Hoewel de wereldhandel maar een beperkte groei laat zien, trekt de voor Nederland relevante handel vrij sterk aan. Dat komt doordat ons land relatief veel zaken doet met de Verenigde Staten en andere Europese landen.

Met name gevaren van buitenaf kunnen het economisch herstel bedreigen. Het CPB denkt daarbij onder meer aan een eventueel vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, een verdieping van de schuldencrisis in Zuid-Europa en een verdere vertraging van de mondiale handel.

Werkloosheid omlaag

Het CPB gaat uit van een daling van de werkloosheid van 6,9 procent vorig jaar naar 6,2 procent in 2017. DNB verwacht dat in 2018 5,7 procent van de beroepsbevolking werkloos thuiszit. Dit jaar loopt de werkloosheid al terug naar 6,3 procent. De werkgelegenheid neemt toe, al is het wel vooral flexibel werk dat er bijkomt.

DNB verwacht ook dat de inflatie weer gaat stijgen, van 0,2 procent dit jaar naar 1,7 procent in 2018. Dat betekent dat aan de huidige periode met prijsdalingen van voedingsmiddelen en energie een einde komt. Het CPB voorziet voor volgend jaar een stijging van het gemiddelde prijsniveau van 0,9 procent, met name doordat olie en andere grondstoffen weer duurder worden.

Groei breed gedragen

Volgens minister Henk Kamp van Economische Zaken lijdt de groei van de Nederlandse economie niet onder de internationale onzekerheden. Kamp noemde het positief dat de economie dit en volgend jaar blijft groeien. "Daar hebben we met z'n allen hard voor gewerkt'', zei hij. "De te verwachten groei wordt bovendien breed gedragen: we zien een toename van álle bestedingscategorieën."

Wel is het volgens de bewindsman zaak de mensen aan de slag te helpen die ondanks het economisch herstel nog langs de zijlijn staan. "We blijven werken aan een duurzame economische groei om daarmee ook de werkloosheid verder te verlagen."

Geen geld over

Volgens minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem moeten we ons niet rijker rekenen dan we zijn en rustig aan doen met ons geld. "Zolang we nog een tekort hebben, hebben we gewoon geen geld over. Het is niet zo dat het geld over de plinten klotst. Waar nodig is, repareren we en maken we geld vrij voor prioriteiten, maar het zal echt beperkt zijn."

Nederland voelt er volgens hem niets voor om een volgende generatie met een fikse staatsschuld op te zadelen. We zorgen volgens de bewindsman dat we de risico's in de gaten houden en dat we die terugdringen. "Dat is een goede Nederlandse traditie, die wou ik nog even volhouden."

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl