Door een nieuwe fiscale regeling zal de verkoop van e-bikes komend jaar waarschijnlijk alleen maar toenemen. Het wordt fiscaal in 2020 namelijk een stuk aantrekkelijker om een fiets te leasen via de werkgever.

Het relatief ongunstige systeem van de fiscale bijtelling voor leasefietsen maakt vanaf volgend jaar plaats voor een eenvoudiger systeem met een vaste bijtelling van 7 procent voor privégebruik.

De site elektrischefietsen.com geeft als voorbeeld een zakelijke leasefiets die 3.000 euro kost. Die heeft een leaseprijs van 79 euro per maand. Vervolgens is de vraag wat er met het leasebedrag gebeurt. Als dat fiftyfifty wordt verdeeld, wordt de helft van de maandelijkse leasekosten op het salaris van de werknemer ingehouden.

Daarnaast is er de bijtelling voor privégebruik. Die bedraagt 7 procent van de waarde van de fiets, dus 210 euro. Als dat bedrag als extra inkomen wordt belast in de derde belastingschijf betaalt de werknemer daarover 38,1 procent belasting, ofwel 80 euro per jaar. Op maandbasis is dit 6,67 euro.

Hier moet je op letten bij je e-bike

Wie een e-bike wil aanschaffen doet er goed aan eerst een aantal verschillende typen te testen, zo merkt de Fietsersbond op. Het eerste waar je op moet letten is dat er verschillende soorten elektrische fietsen zijn. Er zijn grofweg vier verschillende ‘gewone’ elektrische fietsen en er is de speed pedelec.

De elektrische fietsen zijn de fietsen met een middenmotor, waarbij je de keuze hebt tussen een naafversnelling en een derailleur, en de fietsen met een voorwiel- of met een achterwielmotor.

De speed pedelec is een fenomeen op zich. Je kunt er maar liefst 45 kilometer per uur mee halen, maar moet wel zelf altijd flink meetrappen. Het voordeel van de pedelecs als woon-werkfiets valt deels weg omdat ze tegenwoordig als brommer tellen. Je moet dus een helm op en je mag er niet mee op het fietspad rijden.

Waar moet je nu op letten bij de aanschaf van een elektrische fiets? We nemen de belangrijkste 8 punten met je door op basis van bevindingen van de Fietsersbond, de Consumentenbond, Rap Elektrische Fietsen en Onlinefietser.nl.


1. De positie van de motor

Het voordeel van de motoren in het voorwiel is dat deze ook goede ondersteuning biedt als je zelf niet zoveel kracht meer hebt. Bovendien zijn ze doorgaans goedkoper dan de midden- en achtermotoren.

De midden- en achtermotoren werken het best op heuvelachtig terrein, maar daar heb je in Nederland nauwelijks mee te maken.


2. De ondersteuning door de motor: rotatie- of trapkrachtsensor

Niet alleen de positie van de motor bepaalt je rijcomfort, het is ook belangrijk om te letten op de ondersteuningstechniek. De meest eenvoudige is de rotatiesensor, die is ook voordeliger. Het werkt zodra je wielen gaan draaien. Hoeveel kracht je daarna zet, is niet van belang. Hoe sneller je gaat, hoe meer ondersteuning je krijgt.

De trapkrachtsensor werkt wat dat betreft wat natuurlijker. Hoe meer moeite je moet doen en hoe meer kracht je zet, hoe meer ondersteuning je hebt. Dat is dan wel weer een zwaardere belasting voor je motor.


3. Naafversnelling of derailleurversnelling

Derailleurs zijn wellicht de bekendste versnellingen, maar ze slijten ook snel. Toch merkt de Fietsersbond op dat het reuze kan meevallen én dat ze efficiënter schakelen. Dat is dan weer goed voor je actieradius: je komt verder op één acculading omdat je zuiniger met de energie omgaat.

De derailleurversnellingen, bekend van de meestal bij het achterwiel uitstekende versteller, kun je ook niet gebruiken als je stilstaat. Vanuit stilstand even terugschakelen is er dus niet bij.

Bij de naafversnelling spelen er weer andere problemen. Heb je een Nexus-naaf, dan moet je de trappers stilhouden bij het schakelen. Dat is niet handig als je net tegen een pittig viaduct omhoog fietst of te maken hebt met tegenwind. Je verliest snelheid door het schakelen. Dat probleem heb je niet bij de Rohloff-naaf, maar de Fietsersbond valt op dat dit merk vooral wordt geleverd bij fietsen met een relatief zware (en dus dure) motor.


4. Accu: vermogen en actieradius

Een belangrijk onderdeel van de e-bike is natuurlijk de accu zelf. Het is de krachtbron waarop je fiets draait. Maar hoe ver kom je daar dan precies mee?

Volgens een vuistregel van de Fietsersbond kun je met 100 wattuur aan energie 12 à 14 kilometer fietsen. Veel verder kan ook, maar dan gebruik je de motor nauwelijks.

Met een accu van 300 wattuur haal je ruim 35 kilometer bij gemiddeld gebruik, rekent de Fietsersbond aan de hand van hun vuistregel voor. Dat is genoeg voor de meeste ritjes naar kantoor, zeker als je op je werk kunt opladen.

Als je een zware route hebt, met altijd tegenwind en veel hellingen, heb je ook een bovengemiddeld bedeelde accu nodig. Je actieradius kan ook flink worden beïnvloed door de kwaliteit van de rest van je fiets. Uit de test van de Fietsersbond bleek dat de bandenspanning veel kan uitmaken, dus blijf daar ook op letten.


5. De accu: levensduur en de kosten van een nieuwe

"’s Winters kan de actieradius trouwens tot wel 50 procent lager zijn", zo waarschuwt de Fietsersbond. Bovendien doet de winterkou de levensduur van de accu geen goed, aldus de Consumentenbond. Een fiets met een verwijderbaar batterijpakket is dus aan te bevelen; dan kun je de accu thuis bij kamertemperatuur bewaren in plaats van in een ijskoude fietsenstalling.

Een veelgehoorde klacht is dat accu's te snel leegraken. Als hij het beloofde aantal kilometers niet haalt, kan het soms nog lastig zijn het probleem op te lossen. Ton Koot, die met zijn bedrijf Miton accu's reviseert, kijkt zelf altijd als eerste naar de lader. Als die niet goed werkt, helpt een nieuwe accu ook niet.

Een accu vervangen kost al gauw enkele honderden euro's.


6. Het remsysteem

De goedkopere modellen hebben vaak v-brakes, te vergelijken met de ouderwetse blokjes tegen het wiel, of rollerbrakes. Vooral die laatste, de opvolger van de ouderwetse trommelrem, is volgens de Fietsersbond-test minder goed.

Duurdere bikes hebben een schijfrem of een hydraulische rem. Schijfremmen worden wel sneller vies en lopen dan aan. Dat is reden voor Onlinefietser.nl om de rollerbrakes als beste aan te raden; daarmee speel je op safe en heb je niet de problemen van een schijfrem. Geen gek idee als je elke dag op de fiets zit en je tweewieler snel viezer wordt.


7. De positie van het stuur

Een belangrijk deel van je keuze zit in de fietservaring. Die kan per persoon flink verschillen. De eerste keuze valt volgens de Fietsersbond vaak op een fiets waarvan het stuur te ver weg staat. "Pas na een eindje fietsen merk je hoe oncomfortabel dat is." Als je nog geen doorgewinterde e-biker bent, kun je dus het beste een paar ritjes maken.

Veel elektrische fietsen hebben een wat sportievere zit, waar je wat voorover gebogen zit. Dat is beter, want je zet zo meer kracht op de pedalen. Het is alleen de vraag of je dat wilt. Alleen de fietsen met een voorwielmotor bieden dezelfde zitpositie als een ouderwetse omafiets.


8. Factoren die prijsverschillen tussen e-bikes bepalen (en kijk naar je verzekering)

Met een rotatiesensor en voorwielmotor ben je in principe het goedkoopste uit, maar de uiteindelijke prijs hangt natuurlijk af van het totaalpakket dat je koopt.

Een e-bike met zo'n motor en rotatiesensor koop je al vanaf zo'n 750 euro. Voor een elektrische fiets met middenmotor ben je duurder uit, daarvoor zijn bedragen vanaf 2.000 euro gangbaar.

De kosten voor je fiets kunnen nog meer oplopen door bijvoorbeeld een verzekering. Je kunt daarvoor terecht bij je aansprakelijkheidsverzekering. Zo is eventuele schade die je met je fiets veroorzaakt gedekt.

Wel moet er expliciet in de polisvoorwaarden zijn opgenomen dat een fiets met trapondersteuning meetelt voor deze verzekering. Standaard vallen motorvoertuigen namelijk niet onder de aansprakelijkheidsverzekering. De meeste verzekeraars zeggen daar inmiddels voor gezorgd te hebben.


Meer weten over e-bikes? Lees ook: