De doe-het-zelf-branche is het jaar zeer sterk begonnen. De verkoopvolumes stegen in het eerste kwartaal met 8,6 procent, wat opvallend is gezien de daling van het aantal transacties op de woningmarkt.
Volgens het dinsdag verschenen rapport de ‘Stand van de Retail‘ van ABN Amro is de doe-het-zelf-branche een van de uitblinkers is binnen de retailsector.
Met de omzetstijging van 8,6 procent op jaarbasis torent de klussector ver uit boven schoenenwinkels (2,4 procent), meubelwinkels (2,1 procent) en supermarkten (2,1 procent). Kledingwinkels (-4,7 procent) en speelgoedwinkels (-17,5 procent) zien de verkopen flink dalen.
In de eerste vier maanden van dit jaar zijn volgens het Kadaster 64.734 woningen verkocht. Dat is ruim 5 procent minder dan in dezelfde periode van 2018. “Waarschijnlijk wordt veel verbouwd bij eerder gekochte huizen: in de afgelopen jaren zaten de huizenverkopen immers in de lift”, verklaart ABN Amro die tegenstelling in haar publicatie.
De bank benadrukt dat bouwmarkten ondanks de sterke groei van de doe-het-zelf-branche niet per definitie de vlag kunnen kunnen uitsteken: "De concurrentie is de afgelopen jaren toegenomen; er is nu meer vloeroppervlak dan voor de crisis, terwijl verkoopvolumes nog zo’n 16 procent onder het pre-crisisniveau zitten. Daarnaast hebben grote buitenlandse spelers, Hornbach en Bauhaus, uitbreidingsplannen. Door hun omvang kunnen zij het prijsgevecht makkelijker voeren dan andere partijen."
Volgens ABN Amro kunnen bouwmarkten buiten het prijsgevecht blijven door zich op andere gebieden te onderscheiden, zoals service. De behoefte daaraan bij klanten is relatief groot.
De bank noemt Gamma en Praxis als voorbeelden van bedrijven die klushulpen aanbieden en Hubo dat met aannemers concurreert met thuisinstallatie van producten.
