Onafhankelijke media die in Australië in het Chinees berichten voelen de druk van de Chinese overheid. Die probeert met allerhande tactieken media advertentie-inkomsten te ontzeggen of een sfeer van zelfcensuur te creëeren.

Australië telt relatief meer inwoners van Chinese afkomst dan alle andere landen buiten Azië. In de bevolkingstelling van 2016 identificeerde 5,6 procent van de bevolking als ‘iemand met Chinese voorouders’, wat neerkomt op meer dan 1,2 miljoen mensen.

Een aanzienlijk deel van deze groep leest en spreekt naast Engels ook Chinees en meerdere kranten en tijdschriften berichten in die taal over Australië, China en de wereld.

De krant Vision Times Media is zo’n medium. Sinds de lancering in 2001 groeide de website uit tot één van de best bezochte sites in het Chinees. Directeur Maree Ma vertelde op een evenement van denktank Lowy Institute in Sydney hoe de Chinese overheid succesvol Chinees-talige media in Australië belemmert in hun werk.

“Een adverteerder van ons is een emigratiebureau met kantoren hier in Australië – we hebben een erg goede band met hem en hij adverteert al jaren bij ons. Maar toen hij een kantoor Beijing opende, hebben agenten van de veiligheidsdienst bijkans gekampeerd op zijn werkplek. Ze vielen hem zodanig lastig dat hij geen werk meer gedaan kon krijgen.” Ma zei dat de adverteerder vervolgens besloot om te stoppen met de reclame-uitingen in de Vision Times. Hij gaf aan dat ‘de druk’ vanuit de Chinese geheime diensten te hoog was.

Bij de Australische regering heeft Ma documenten ingediend met meer voorbeelden. Ze is niet de enige, zo had ook de schrijver van een boek over Chinese invloed in Australië, professor Clive Hamilton, veel moeite om een uitgever voor zijn spraakmakende werk te vinden. Het boek, Silent Invasion, kwam in maart alsnog uit.

Andere adverteerders van Ma's Vision Times kwamen ook in Australië zelf in aanraking met de tentakels van Beijing. "Sommige adverteerders zijn bij Chinese consulaten op het matje geroepen en één werd drie uur ondervraagd tijdens een 'theesessie'. Ze kreeg te horen dat ze het aan niemand mocht vertellen."

De strategie van China is om de financiële basis onder onafhankelijke journalistiek weg te slaan, met name als het gaat om berichtgeving in de Chinese taal. Het doel is dat genoeg adverteerders hun zaken met een bepaalde publicatie staken zodat het medium moet sluiten of gedwongen zal zijn om staatssteun van de Chinese overheid te ontvangen. Dit laatste komt uiteraard met een eisenlijstje.

Er gaat ook een waarschuwing uit van dergelijke tactieken en bevordert zelfcensuur bij redacteuren en verslaggevers in de hoop als medium maar niet doel te worden van heftigere intimidatietactieken.

In het verleden werkte deze aanpak voor Beijing. Zo bedong Apple naar verluidt dat telecomproviders in Australië niet met iPhones zouden adverteren in twee onafhankelijke Chinees-talige media in het land. Ma vermoedt dat de techgigant op die manier wilde voorkomen dat de Chinese regering de lucratieve verkoop van haar telefoons en tablets aan banden zou leggen.