Het Deense speelgoedmerk Lego investeert grootschalig in mensen en fabrieken. Dat gaat op korte termijn ten koste van de winst.

Lego investeert flink in de toekomst. Dat is nodig om te kunnen blijven voorzien in de wereldwijd sterk groeiende vraag naar de populaire speelgoedsteentjes. De winst staat daardoor wel onder druk, meldde het Deense bedrijf dinsdag.

De grootste speelgoedfabrikant van Europa zag de omzet in de eerste helft van dit jaar met ruim een tiende oplopen tot 15,7 miljard Deense kroon (2,1 miljard euro). Met name in Europa en Azië is de vraag naar Lego sterk blijven groeien, in Amerika bleven de verkopen stabiel. De nettowinst nam licht af tot 3,5 miljard kroon.

Nieuwe fabrieken, meer personeel

Tijdens de eerste jaarhelft opende Lego een nieuwe fabriek in Jiaxing in China en breidde het de capaciteit van zijn bestaande vestiging in de Mexicaanse stad Monterrey fors uit. Dichter bij huis werd begonnen met een uitbreiding van een productiefaciliteit in Hongarije. Halverwege het jaar had Lego wereldwijd zo’n 18.500 mensen in dienst, bijna een kwart meer dan een jaar eerder.

,,Deze investeringen in mensen en infrastructuur zullen uiteraard gevolgen hebben voor de winstgroei op korte termijn”, zei financieel directeur John Goodwin. Hij benadrukte evenwel dat ze hard nodig zijn om wereldwijd nog meer kinderen in aanraking te kunnen brengen met Lego.

Lego is niet beursgenoteerd in nog altijd in handen van de oprichtersfamilie Kirk Kristiansen. Het bedrijf werd in 1932 opgericht door Ole Kirk Kristiansen; sinds mei 2016 heeft de familie met de komst van Thomas Kirk Kristiansen een tweede commissaris die toezicht houdt, naast Kjeld Kerk Kristiansen - laatstgenoemde was uitvoerend topman van Lego tussen 1979 en 2004.

Bron: ANP/Z24

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl