Een belangrijke factor die de ontwikkeling van hypotheekrentes beïnvloedt, is de rente waartegen geldverstrekkers zelf kunnen lenen.

En de rente die banken en andere hypotheekaanbieders betalen als ze zelf lenen, wordt weer sterk beïnvloed door de rentes voor staatsleningen.

Een veel gebruikt ijkpunt is de Nederlandse tienjarige staatslening. De marktrente voor voor deze obligatielening is de afgelopen weken licht opgelopen, maar dat is niet terug te zien in de ontwikkeling van de gemiddelde hypotheekrente.

Financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep laat dat zien in onderstaande grafiek.

De blauwe lijn toont de ontwikkeling van de gemiddelde 10-jarige hypotheekrente en de oranje lijn die van de 10-jarige staatslening.

(klik voor uitvergroting)

hypotheekrente 10 jarige staatslening

De stijgende oranje lijn suggereert dat de hypotheekrente ook moet stijgen, omdat dit een indicator is dat banken zelf wat duurder uit zijn als ze geld lenen op de kapitaalmarkt.

Dat de hypotheekrente vooralsnog vrijwel vlak blijft, heeft volgens Van Bruggen mogelijk te maken met de scherpe concurrentie tussen aanbieders. "Het interessante is dat als gevolg van de toegenomen concurrentie op de hypotheekmarkt het verschil tussen de gemiddelde hypotheekrente en de kapitaalmarktrente wel steeds iets kleiner wordt", schrijft de intermediair in de nieuwsbrief van deze week.

In 2012 bedroeg het gemiddelde verschil tussen de marktrente van de 10-jarige staatslening en de gemiddelde 10-jaars hypotheekrente nog 2,9 procentpunt, terwijl dit anno 2018 1,25 procentpunt is. Het tarief van de 10-jarige staatslening ligt dit jaar rond de 0,75 procent en dat van de 10-jaars hypotheekrente rond de 2 procent.

Concurrentie bij lagere hypotheken

De concurrentie tussen geldverstrekkers vindt overigens vaak plaats in specifieke segmenten. Zo profileren sommige aanbieders van hypotheken zich juist met rentes op kortere rentevaste perioden, en kiezen andere voor scherpe tarieven voor de langere termijn.

Ook is er verschil tussen aanbieders die zich sterker richten op tophypotheken (waarbij de hypotheeklening dus ongeveer even hoog is als de woningwaarde) en partijen die liever kiezen voor relatief bescheiden hypotheken ten opzichte van de woningwaarde.

Wat dit laatste betreft, merkt intermediair De Hypotheekshop in de nieuwsbrief van deze week op: "Een opvallende trend die de laatste weken zichtbaar is, is de toegenomen focus van geldverstrekkers als Merius, Syntrus, de labels van Hypotrust en MUNT op de lagere tariefklassen (tot 40 procent, 60 procent en 80 procent van de woningwaarde, zonder NHG). In enkele gevallen werden zelfs alleen de rentetarieven in deze tariefklassen verhoogd of verlaagd."

Volgens De Hypotheekshop speelt hierbij mee dat de hypotheekmarkt momenteel steeds meer gedomineerd wordt door doorstromers die al een woning hebben. Deze groep heeft vaak overwaarde in de oude woning en komt daarmee uit op een lagere hypotheek in verhouding tot de woningwaarde.

Door de stijgende huizenprijzen en de krapte in het aanbod hebben starters die afhankelijk zijn van een tophypotheek vaak meer moeite om hun slag te slaan op de huizenmarkt.

LEES OOK: 12 redenen waarom starters het zo zwaar hebben op de huizenmarkt