Een speciale belastingheffing op vertrekvergoedingen was aanvankelijk bedoeld om exorbitante gouden handdrukken voor bankiers en andere topmannen uit het bedrijfsleven aan te pakken.

Maar de manier waarop deze graaitaks is vormgegeven is ook volgens een belastingambtenaar niet te verdedigen, signaleert het Financieele Dagblad donderdag.

Eerst iets over de achtergrond:

  • De belasting op vertrekbonussen werd in 2009 ingevoerd door toenmalig CDA-staatssecretaris van Financiën Jan Kees de Jager. Het ging om een heffing van 30 procent bij de werkgever, boven op de 52 procent inkomstenbelasting die de ontvanger betaalt.
  • De heffing op vertrekvergoedingen geldt voor topinkomens vanaf 538 duizend euro per jaar – de werkgeversheffing werd in 2013 verhoogd naar 75 procent.
  • Naast toppers uit het bedrijfsleven raakt de heffing ook voetbalclubs in het geval van hoge transfersommen.
  • In de zaak rond een fiscale naheffing bij Feyenoord vanwege de transfer van Graziano Pellè stelde de rechtbank Den Haag de club eerder dit jaar in het gelijk – Feyenoord vond de heffing buitenproportioneel.
  • Afgelopen april ving Ajax juist bot in een vergelijkbare zaak rond de transfer van Jan Vertonghen.

De werkgeversheffing bij hoge vertrekvergoedingen is omstreden en dat heeft vooral te maken met de manier waarom deze is vorm gegeven. Het FD verwijst hiervoor naar kritiek die jurist Henk Verploegh van de Belastingdienst Rotterdam eerder gaf op persoonlijke titel.

In het vakblad Salarismagazine legde Verploegh uit dat de heffing van 75 procent niet wordt geheven over de vertrekbonussen zelf. De grondslag is het verschil in loon van de topverdiener in de twee jaar voor en na diens vertrek. Dat kan tot vreemde uitkomsten leiden.

Stel: een werknemer verdient precies een half miljoen en krijgt bij vertrek een vergoeding van één miljoen euro mee. Omdat deze werknemer net onder de loongrens van 538 duizend euro zit waarvoor de graaiheffing geldt, valt hij buiten de strafheffing.

Omgekeerd kan de fiscus in gevallen van veelverdieners die met een relatief bescheiden vertrekvergoeding weggaan, plots toch een extra aanslag opleggen als de beloning boven de 538 duizend euro ligt.

Lees het hele verhaal bij het Financieele Dagblad »