De Nederlandse scale-up EVBox wil in 7 jaar het aantal laadpalen 1500% laten groeien – het is wachten op dít tipping point

In zeven jaar het aantal geïnstalleerde laadpalen 1500 procent groeien, dat is de ambitie van de Nederlandse scale-up EVBox.

De van oorsprong Nederlandse leverancier van laadpalen heeft nu 60.000 laadpunten en dat moeten er – als het aan ceo Kristof Vereenooghe ligt – in 2025 één miljoen zijn.

Vereenooghe: “In grote steden ademt 90 procent van de mensen ongezonde lucht in door een te hoge CO2-uitstoot. Bijna een kwart hiervan wordt veroorzaakt door het verstoken van fossiele brandstof voor transport. Alleen met elektrische mobiliteit is het tij te keren.”

EVBox zag het levenslicht in 2010, toen laadpalen en elektrische auto’s in ons land nog een unicum waren. Na vier jaar werden de eerste stappen gezet om internationaal marktleider op het gebied van laadoplossingen te worden, vertelt Vereenooghe.

“Ons voordeel is dat we zijn begonnen in Nederland. De laadinfrastructuur is hier goed ontwikkeld en de afgelopen tien jaar heeft de overheid steden en gemeenten gestimuleerd om laadpalen aan te leggen. Een perfect klimaat om onze kennis en expertise op- en uit te bouwen.”

Eind 2014 besloot EVBox uit te breiden naar andere markten. “Dat begon met de verhuizing van het hoofdkantoor van Almere naar Amsterdam, zodat we gemakkelijker jong en internationaal talent aan konden trekken. Ook openden we kantoren in onder meer Parijs, Londen en New York, elk met een eigen sales- en support-afdeling. In een paar jaar tijd groeiden we van een handjevol mensen naar ruim 250 medewerkers en meer dan 35 nationaliteiten.” Volgend jaar wil het bedrijf nog eens 200 nieuwe werknemers aan te trekken.

We hebben geluk dat we ons begeven in een groeimarkt, toch moeten ook wij voor iedere deal flink knokken. Een platform zoals Salesforce is daarbij essentieel. Het is de barometer van hoe we ervoor staan als bedrijf en onmisbaar voor onze dagelijkse operatie. Salesforce geeft bijvoorbeeld inzicht in de status van deals, laat ons leads van begin tot eind (op)volgen en is perfect voor het optimaliseren van onze klantreis.”

Tipping point

Vereenooghe verwacht dat de markt voor elektrisch rijden zich veel sneller gaat ontwikkelen dan iedereen denkt. “De verkopen stijgen in ieder geval exponentieel. Onderzoeksbureau Bloomberg NEF voorspelt dat er in 2025 11 miljoen elektrische auto’s worden verkocht. Ter vergelijking: vorig jaar waren dat er nog 1,1 miljoen. De vraag naar laadstations stijgt logischerwijs mee.”

Dat er meer elektrische wagens worden verkocht komt enerzijds door de fiscale voordelen die de overheid biedt, zoals de aanschafsubsidie (6000 euro vanaf 2021), lage bijtelling en het feit dat je voorlopig geen aanschaf- en motorrijtuigenbelasting betaalt voor een emissievrije auto.

“Anderzijds komen er meer en meer wagens op de markt met een groter bereik en een lager prijskaartje. Je hebt niet meer alleen keuze uit een Renault Zoe of dure Tesla: er is een totaalaanbod van auto’s voor ieders wens en budget. Neem bijvoorbeeld de Volkswagen ID Neo, die in 2020 in productie gaat. Een middenklasser met een bereik van tenminste 330 kilometer, die met 30.000 euro relatief goedkoop is.”

Het economische ‘tipping point’, waarbij elektrisch rijden goedkoper is dan rondrijden in een vervuilende diesel- of benzinewagen, is volgens Vereenooghe dichtbij. Een elektrische wagen heeft geen verbrandingsmotor en dus minder slijtagedelen, er hoeft geen olie ververst te worden en er zijn geen koppeling en uitlaat aanwezig.

“Omdat er minder onderhoud nodig is, neemt de total cost of ownership (totaalbedrag aan kosten voor het bezit van de auto gedurende zijn levensduur, red.) af. Het is een kwestie van tijd voordat alle bedrijven en zakelijke rijders overstappen.”

Het draait wat Vereenooghe betreft echter niet alleen om kosten, maar ook om hoe er in de samenleving wordt gedacht over mobiliteit. “Je ziet dat er steeds meer aandacht is voor verduurzaming en het verbeteren van bijvoorbeeld de luchtkwaliteit in steden. Dat is noodzakelijk, want door de opwarming van de aarde en de stijging van de zeespiegel lopen we risico op permanente gezondheidsschade voor de mensheid. Hoewel ik denk dat we op weg zijn naar emissievrij vervoer, kan de manier waarop we ons verplaatsen nog stukken schoner en duurzamer. Er liggen voor de komende tijd nog genoeg uitdagingen.”