De Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechter in Assen dat het bedrijf aansprakelijk is voor immateriële schade door aardbevingen.

“Wij zijn het principieel niet eens met deze uitkomst en gaan daarom in hoger beroep”, aldus de NAM vrijdag in een korte persverklaring.

De rechtbank in Assen bepaalde op 1 maart dat de gaswinning door de NAM, verantwoordelijk voor de bevingen, het woongenot van de Groningers meer dan gewoon aantast. Volgens de rechtbank is sprake van ,,aantasting in de persoon”. De rechter vindt dat duidelijk is dat de aardbevingen “diep ingrijpen in levens” en veel inwoners de situatie als ,,zeer belastend” ervaren. De NAM maakt volgens het vonnis een onrechtmatige inbreuk op hun ongestoorde woongenot.

De NAM zit naar eigen zeggen na de uitspraak nog met veel vragen. Het bedrijf gaat in beroep ,,niet omdat we onze aansprakelijkheid in alle gevallen betwisten, maar omdat we van mening zijn dat deze uitspraak juridisch gezien verduidelijking verdient.”

“Vragen zoals ‘waar moet een aanspraak tot vergoeding aan voldoen?’, ‘wat is de drempel daarvoor?’ zijn in onze ogen onvoldoende beantwoord”, aldus de NAM.