Kunnen eurolanden met de politieke onzekerheid van verkiezingen in Nederland, Frankrijk en Duitsland de komende maanden weer uit elkaar worden gespeeld op financiële markten?

Beleggers kijken hiervoor naar de verschillen tussen marktrentes van eurolanden, waarbij vooral het verschil tussen Duitse en Nederlandse staatsrentes en die in Zuid-Europese landen van belang is. Is er een gevaar dat die renteverschillen weer gaan oplopen?

In de toelichting op het besluit van de Europese Centrale Bank (ECB) om rentes donderdag ongewijzigd te laten, bagatelliseerde ECB-president Mario Draghi die zorgen. “Ik zie geen oplopende spanningen. Dit heeft onze aandacht, maar er is geen bezorgdheid.”

Draghi maakte zich ook geen zorgen over de vermeende fragiliteit van de eurozone: “De euro is onherroepelijk.” De ECB-president wees erop dat in peilingen nog altijd ruim 70 procent van de bevolking in de eurozone de gemeenschappelijke munt wil houden.

Volgens Draghi is de euro inmiddels een belangrijk onderdeel van de interne Europese markt. “Zonder interne markt is er geen Europese Unie”.

De ECB-president stelde dat de economische crisis van de afgelopen jaren juist heeft laten zien dat er veel solidariteit is tussen leiders van eurolanden om elkaar te helpen in lastige tijden. "De euro blijft. De vraag is hoe we kunnen werken aan verbetering van de welvaart, hoe we de Unie beter kunnen laten functioneren. En ja, die moet weerbaarder worden. "

Inflatie nog niet overtuigend hoger

De risico's voor de economische groei in de eurozone zijn de afgelopen tijd afgezwakt, zo bleek donderdag uit de analyse van de ECB.

De inflatie loopt daarbij wat sneller op dan gedacht, maar blijft de komende jaren lager dan het doel van de Europese Centrale Bank (ECB), stelde Draghi donderdag.

De stijging van het prijspeil in de eurolanden voldeed in februari voor het eerst in vier jaar aan de doelstelling van circa 2 procent die de ECB voor de middellange termijn hanteert. Dit komt voor een groot deel door het herstel van de olieprijs.

Draghi benadrukt dan ook dat de onderliggende inflatie (zonder rekening te houden met brandstof- en voedselprijzen) nog geen duidelijke opwaartse trend vertoont. Daarvoor moet onder meer de arbeidsmarkt zodanig herstel laten zien dat er brede loonstijging zichtbaar is.

Ondanks de recente stijging van de inflatie blijft het ruime monetaire stimuleringsbeleid van de ECB volgens Draghi "passend''.