Het is premier Mark Rutte donderdag gelukt om extra afspraken te maken met zijn Europese collega’s over het Oekraïne-verdrag. Rutte kan daardoor een volgende stap zetten naar goedkeuring van het verdrag door Nederland, maar de eerste reacties in de Tweede Kamer waren kritisch.

De aanvullende afspraken zijn bedoeld om zorgen weg te nemen bij Nederlandse nee-stemmers bij het referendum van april. In de tekst wordt onder meer juridisch vastgelegd dat het verdrag Oekraïne geen recht geeft op (kandidaat-)lidmaatschap van de EU. Ook wordt erin uitgesproken dat Oekraïners hierdoor niet het recht krijgen in Europa te werken of wonen. En het maakt het duidelijk dat EU-lidstaten niet worden verplicht tot extra veiligheidsgaranties of financiële verplichtingen.

Vrijdag beslist het kabinet, zei Rutte donderdagavond in Brussel. De Tweede, en daarna de Eerste Kamer, moeten het Europese besluit aanvaardbaar vinden en het verdrag goedkeuren. Pas dan kan Nederland als laatste van de 28 lidstaten het zogeheten associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne ratificeren. Dat is nog geen gelopen race, omdat het kabinet geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer.

In de Tweede Kamer zijn PVV, SP en GroenLinks teleurgesteld over de gevonden oplossing. CDA, D66 en ChristenUnie gaan de bijlage bij het verdrag goed bekijken. De ChristenUnie weet niet of nu wel recht wordt gedaan aan de nee-stemmers bij het referendum.

De initiatiefnemers van het referendum reageerden verbolgen. Een van hen – Jan Roos, lijsttrekker van de partij Voor Nederland (VNL) – stelt: ,,Enige inhoudelijke antwoord op nee is nee!” Bart Nijman heeft het over een farce en Thierry Baudet spreekt van een nepbijlage.