President Donald Trump houdt van media-aandacht, maar zal waarschijnlijk niet staan te juichen bij de cover die Time Magazine deze week maakte.

De door Tim O’Brien gemaakte cover is de illustratie bij het verhaal “Inside Donald Trump’s White House Chaos” en geeft de chaotische eerste maand van het presidentschap van Trump weer.

Het gaat onder meer om de ophef over het haastig in elkaar geflanste inreisverbod voor mensen uit zeven moslimlanden, onthullingen over contacten die het team van Trump tijdens de verkiezingscampagne had met Rusland, een minister die zich terugtrok en een afgetreden veiligheidsadviseur.

De president heeft al jaren een haat-liefde verhouding met Time. Hij bewaarde stapels van de editie waarin hij op de cover stond als ‘Persoon van het jaar’ op zijn bureau in New York – en die gewoonte zet hij voort in het Witte Huis.

“Kijk naar die foto van mij op de voorkant van Time”, zei Trump vorig jaar tegen een verslaggever op zijn kantoor. “Is dat geen geweldige foto? Het was erg leuk.”

Trump heeft vaak kritiek geleverd op de leiding en staf van het tijdschrift en ging in 2015 flink tekeer toen hij niet gekozen werd tot persoon van het jaar. Die eer kreeg hij wel toegekend na zijn verkiezingsoverwinning in 2016 die alles op zijn kop zette.

“Ik stond vier, vijf weken geleden op hun cover”, zei Trump tegen zijn aanhang tijdens een rally in Arizona in 2015. “Ze hadden me moeten verkiezen tot persoon van het jaar, maar dat hebben ze niet gedaan. Dat had wel gemoeten.”

En hij ging nog verder: “Ik zei dat ik het nooit ga worden, omdat ik niet het establishment ben […] Met de meeste tijdschriften gaat het bergafwaarts. Dat is mooi of niet dan? Om die jongens in de put te zien verdwijnen. Is dat niet mooi? I love it.”