Maak je borst maar nat als je wilt werken voor Erika Nardini. Ze is de bestuursvoorzitter van het Amerikaanse sport- en lifestylebedrijf Bartstool Sports. En ze heeft een bijzondere manier om potentiële nieuwe medewerkers uit te testen.

Tegenover de New York Times gaf Nardini onlangs aan hoe ze sollicitanten op de proef stelt. Naar eigen zeggen kan ze “vreselijk” zijn tijdens sollicitatiegesprekken, omdat ze zo ongeduldig is. Maar ze heeft een unieke methode ontwikkeld om te kijken of kandidaten echt geïnteresseerd zijn in een baan.

Sms’je van de baas als sollicitatietest

“Ik doe bijvoorbeeld het volgende. Als we bezig zijn met een sollicitatieronde en iemand mag op gesprek komen, dan sms ik  die persoon iets op zondag om 9 of 11 uur ’s ochtends. Gewoon om te kijken hoe snel ze reageren.”

Nardini vindt dat iemand binnen drie uur moet kunnen reageren. “Ik ga mensen niet het hele weekend lastig vallen, als ze voor me werken. Maar ze moeten wel flexibel zijn. Ik denk altijd aan werk. Anderen hoeven niet de hele tijd te werken, maar ik wil graag mensen hebben die er ook altijd aan denken.”

De sms-test past bij Nardini’s opvatting over de balans tussen werk en privé. In het interview met de NYT zegt ze ook dat ze werkethos belangrijker vindt “dan bijna wat dan ook”.

Ook meent ze dat "jonge mensen die net gaan werken moeten leren om niet van hun stuk te raken door ongemakkelijke situaties. (...) Het is echt geweldig om je niet op je gemak te voelen", aldus Nardini. "Daar word je echt een ander mens van."

Een peiling onder Amerikaanse werknemers uit 2016, waaraan ongeveer 5.000 mensen,  wees uit dat de generatie van millennials zichzelf het sterkst ziet als 'werkpaarden', ofwel als werknemers die weinig vrije tijd nemen en veel opgeven voor hun carrière.

Uit het onderzoek bleek ook dat de loyaliteit tegenover de werkgever bij millennials relatief groot is. Bij de Generatie X (geboren tussen pakweg 1960 en 1980) en bij babyboomers lag het percentage dat volledig carrièregericht werkt met 26 procent lager dan bij millennials (35 procent).

Lees het volledige interview in The New York Times »