OPINIE – “Vertrouwen is cruciaal voor het aanpakken van pandemieën. Dat vereist transparantie, openheid en durf om onzekerheid te accepteren.”

Dit is de korte samenvatting van een artikel in de New York Times van 14 november. De auteurs deden onderzoek naar hoe democratieën (zes Europese landen en de VS) omgaan met de coronapandemie. Vooral Denemarken komt de coronacrisis relatief goed door.

Volgens de onderzoekers zijn er drie dingen nodig voor een hoog vertrouwensniveau in een samenleving:

  • Een hoge mate van vertrouwen in de maatschappij en instituties
  • Geringe politieke polarisatie en weinig desinformatie
  • Gemeenschapszin

Nederland scoort op alle drie de punten relatief slecht. Het vertrouwen in de overheid is laag, de polarisatie groot en van het samen dingen aanpakken lijkt weinig sprake - ook al is dat de slogan van de coronacampagne.

Deels mag het kabinet Rutte zich dit aanrekenen. Transparantie, openheid en het accepteren van onzekerheid, zijn grote politieke zwaktes gebleken in de afgelopen anderhalf jaar.

Het vertrouwen in de overheid lijdt hieronder en zonder vertrouwen kweek je geen draagvlak, iets wat in een pandemie uiteraard cruciaal is. Zie de discussie over het 2G-beleid (gevaccineerd of genezen) rond de coronatoegangsbewijzen, maar eerder ook over mondkapjes, groepsimmuniteit of het sluiten van scholen.

Allemaal voorbeelden van onduidelijke communicatie, soms niet op feiten gebaseerd, leidend tot minder draagvlak en gewenst gedrag.

Het gebrek aan transparantie en openheid heeft volgens mij twee oorzaken:

  • Een ouderwetse bestuurscultuur
  • Aardig gevonden willen worden door iedereen

Over het eerst punt is dit jaar met dank aan Pieter Omtzigt genoeg gezegd. De regering en uitvoeringsinstanties bij de overheid opereren niet transparant en open.

Het aardig gevonden willen worden - dat heeft niets met empathie te maken - zit volgens mij een beetje in de Nederlandse cultuur, maar ook in de personen en natuurlijk in het politieke systeem: een democratie met 17 partijen waar elke zetel telt.

Als je aardig gevonden wilt worden, houd je automatisch zaken achter. Je wilt namelijk een ideaal plaatje schetsen. Je schept dus voortdurend verkeerde verwachtingen, omdat je in plaats van realistisch te rooskleurig bent in de vooruitzichten.

En nog belangrijker, als je aardig gevonden wilt worden, neem je het liefst geen impopulaire beslissingen. En als je ze al neemt, neem je ze vaak te laat - je neemt ze namelijk liever niet, dus je stelt uit - en communiceert ze niet overtuigend of in een vorm die niet bij mensen blijft hangen.

En dan krijg je gedraai. Iets wat we gedurende de hele pandemie terugzien.

Dit staat haaks op leiderschap tonen. En sterk leiderschap is precies wat je nodig hebt in een pandemie. Een leider kan het niet zo veel schelen wie hem of haar aardig vindt. Een leider heeft genoeg aan respect.

Gedraai betekent per definitie een diffuse boodschap. Veel mitsen en maren. Veel uitzonderingen. Niet uitgesproken zijn. Niet streng durven zijn wanneer het moet. Geen fouten durven toegeven en hulp vragen. En nog erger, er niet van leren en het de volgende keer beter doen.

Vertrouwenscijfers en onderzoeken laten zien dat mensen die het kabinet eerst nog het voordeel van de twijfel gaven, dat niet meer doen. En dat is funest voor het draagvlak van maatregelen.

Ik zou Mark Rutte of Hugo de Jonge wel eens gemeend en terecht boos willen zien. Of überhaupt emotie zien tonen. Wees realistisch, transparant en open. En af en toe onaardig als het moet.

Het is de hoogste tijd voor echte crisiscommunicatie, anders wordt het een hele lange winter.

Diederik Heinink is oprichter van East en adviseert bedrijven en leiders over hun positionering en bedrijfsstrategie. De afgelopen jaren was hij veel actief in de finance en techsector. Hij werkte onder andere voor ING, Randstad en veel internationale scale-ups en mid-corporates.