Je zou het niet zeggen, maar in de praktijk komt het vaak voor. Ondernemers die op slag verliefd worden op de concurrent zodra deze failliet is. Verstandige ondernemers organiseren op zo’n moment hun eigen tegenkracht.

“Maar het is zo’n prachtig bedrijf!” Adviseur Paul Overwater van MKB Adviseurs in Den Haag hoort het regelmatig. Ondernemers die hem om advies vragen, hebben het dan over de concurrent die net failliet is gegaan. Maar Overwater deelt hun enthousiasme meestal niet. “Het bedrijf, hoe mooi ook, is wel failliet. En dat is niet zonder reden.”

Ondernemers met vlinders in hun buik moeten volgens Overwater hun eigen tegenkracht organiseren. Dat kan door een adviseur in te huren, maar een partner of een goede zakenrelatie kan ook een goed klankbord zijn.

Want het voordeel van een failliet bedrijf kopen is dat je alleen de spullen en onderdelen koopt die je interessant vindt. Het bedrijf via aandelen overnemen heeft immers geen zin. Het nadeel is echter dat de risico’s erg hoog zijn.

Bij een overnametraject van een failliet bedrijf is een goed boekenonderzoek van groot belang. “Valt een bedrijf om, dan gaat het al langere tijd niet goed. Een mogelijke gehele of gedeeltelijke overname van de failliete boedel begint daarom met het opvragen van de administratie”, legt Overwater uit.

Managementinformatie

In de administratie moet zonder veel problemen de belangrijkste managementinformatie terug te vinden zijn. Overwater: “Is dat niet het geval, dan heeft verder onderzoek eigenlijk niet veel zin.” Hierbij gaat het met name om de opdrachtportefeuille, de omzetcijfers en de omzet per medewerker of fte.

Een stevig gevulde opdrachtportefeuille zegt volgens Overwater niet veel. Zo komt het in de praktijk vaak voor dat bedrijven, om werk binnen te halen, onder de kostprijs hun diensten aanbieden. Koop je zo’n failliet bedrijf, dan zit je aan deze lage tarieven vast. Overwater: “Want de opdrachtgevers zullen ook van de nieuwe eigenaar geen hogere prijzen accepteren. Zo’n orderportefeuille levert dus weinig op.”

Wie geen zin heeft in hoge risico’s of uitgebreide onderzoeken, kan er volgens Overwater ook voor kiezen om alleen het telefoonnummer en de website uit de failliete boedel over te nemen. “Als een bedrijf sinds 1938 in een bepaalde plaats actief is, dan zijn naam en telefoonnummer bij iedereen bekend. Het kan erg interessant zijn om beide over te nemen. De curator moet daar dan wel mee instemmen.”

Juridische rompslomp

De problemen kunnen niet alleen in de organisatie van een failliet bedrijf zitten. Er zijn vaak ook nogal wat juridische valkuilen rond een faillissement, zo benadrukt Edgar Janssens van het in Maastricht gevestigde NASH Consulting.

“In het zicht van het faillissement gaat de bank wel eens extra pandrechten vestigen”, legt Janssens uit. Maar dat is niet toegestaan. In juridische termen heet dat ‘actio pauliana’. De curator, een advocaat die in opdracht van de rechter-commissaris het faillissement afwikkelt, zal de extra pandrechten dan bij de rechter aanvechten. “Pauliana is niet toegestaan omdat schuldeisers op die manier het faillissement misbruiken om hun belangen veilig te stellen.”

Het komt volgens Janssens ook voor dat bedrijven technisch failliet gaan. Zo’n constructie wordt vaak gebruikt om een doorstart te maken onder leiding van de huidige eigenaar of een vooraf geselecteerde kandidaat. Door in overleg met toeleveranciers het faillissement van de bestaande BV voor te bereiden en aan te vragen, kan het bedrijf in een nieuw op te richten BV de activiteiten voortzetten.

Bodembeslag

Om via een technische failliet een doorstart te maken is het volgens Janssens van belang om de Belastingdienst voor te blijven. “De fiscus kan na een faillissement een bodembeslag leggen op de grond waarop alle productiemiddelen van het bedrijf zich bevinden. Op de voorraden na, maakt alles wat op het moment van het beslag op het terrein van het bedrijf staat dan onderdeel uit van het faillissement. Zelfs een fiets die daar toevallig is neergezet.”

Voert de fiscus zo’n bodembeslag uit bij een technisch faillissement, dan kunnen de productiemiddelen niet naar de nieuwe BV worden doorgeschoven en werkt de vooraf uitgewerkte en voorbereide constructie dus niet goed. Het bodembeslag van de fiscus kan worden omzeild door de bodem waarop de productiemiddelen staan aan een tussenpersoon, bijvoorbeeld een adviesbureau, te verhuren die het op haar beurt doorverhuurt aan de nieuw op te richten BV die de activiteiten van het bedrijf voortzet.

“Het huurcontract moet voor twaalf uur ’s nachts worden getekend omdat een overdag uitgesproken faillissement formeel met terugwerkende kracht om middernacht ingaat”, legt Janssens uit.

De tussenpersoon moet voor middernacht ook alle sloten laten vervangen en het naambordje van het bedrijf van de gevel halen en zijn eigen naam op het pand zetten. Door deze constructie kan de fiscus geen bodembeslag leggen. Janssens: “Want de bodem maakt dan geen onderdeel uit van het faillissement omdat deze in juridische zin eigendom is van de tussenpersoon.”

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl