De beroemde Italiaanse voetbalclub AC Milan lijkt af te stomen op een beursnotering in Hongkong. Met dank aan een Chinees consortium en Paul Singer, de activistische AkzoNobel-belegger.
Eerder deze week werd al bekend dat Singer en zijn fonds Elliott Management betrokken zijn bij een deal om AC Milan te kopen. Zij leggen 300 miljoen euro in voor een Chinees consortium dat de Italiaanse club voor ongeveer 740 miljoen wil kopen. AC Milan is nu nog in handen van de Italiaanse ex-premier en mediatycoon Silvio Berlusconi.
De Chinezen kregen zelf de financiering niet rond, omdat de Chinese overheid en banken er niet zo happig op zijn om geld uit te lenen dat meteen naar het buitenland wordt verscheept. Dus sprong Paul Singer, die in de tussentijd ook AkzoNobel wil dwingen om met PPG te praten over een overname, bij met 300 miljoen euro.
Singer hoopt waarschijnlijk een snelle winst te maken als AC Milan naar de beurs gebracht wordt. Ook hoopt het Chinese consortium de voetbalclub winstgevender te laten worden. Dat geld moet vooral uit Azië komen, door de verkoop van merchandise en het uitzenden van AC Milan’s wedstrijden op de Chinese televisie.
Meer voetbalclubs op de beurs
Het is zeker niet ongebruikelijk dat voetbalclubs een beursnotering krijgen. In Nederland is Ajax bijvoorbeeld al bijna 20 jaar als aandeel verhandelbaar. En ook in het buitenland zijn er genoeg clubs met een plek op de beurs.
Dat gaat bijvoorbeeld om Europese grootmachten als Manchester United, Arsenal en Borussia Dortmund. Ook de Italiaanse topclubs Juventus, Lazio en AS Roma zijn te verhandelen op de beurs.
De Portugese topclubs Porto, Sporting Portugal en Benfica zijn ook allemaal als aandeel terug te vinden. Hetzelfde geldt voor de Turkse toppers Fenerbahçe, Galatasaray en Besiktas. In Turkije is het zelfs gebruikelijk dat bij de aankoop van een nieuwe speler de transfersom en het salaris direct openbaar gemaakt worden. Vaak wordt ook de handel in een aandeel stilgelegd als een nieuwe transfer aangekondigd wordt.
