China drukt geld voor andere landen om zijn invloed op de wereldeconomie uit te breiden.

In heel China draaien gelddrukkerijen op bijna maximale capaciteit om te kunnen voldoen aan de ongebruikelijk hoge quota die de regering dit jaar heeft gesteld, meldt The South China Morning Post.

De Chinese yuan maakt maar “een klein deel uit van de bestellingen”. De meeste vraag komt uit landen die meedoen aan wat de nieuwe Chinese Zijderoute wordt genoemd, een ontwikkelingsstrategie gericht op verbinding en samenwerking tussen Euraziatische en ook Afrikaanse landen.

Tot voor kort drukte China helemaal geen buitenlands geld, maar dat veranderde snel nadat Beijing in 2013 zijn nieuwe expansiestrategie lanceerde. Daarmee wordt de economische groei in zo’n 60 landen gestimuleerd door investeringen en infrastructurele projecten.

China drukt geld voor een hoop andere landen

Twee jaar later begon China met het drukken van geld voor Nepal en de huidige buitenlandse klantenkring bestaat uit onder meer Thailand, Bangladesh, Sri Lanka, Maleisië, India, Brazilië en Polen.

De Chinese 'Banknote Printing and Minting Corporation' zegt zelf met afstand de grootste gelddrukkerij ter wereld te zijn, met 18.000 werknemers en 10 verschillende fabrieken voor het drukken van bankbiljetten en het slaan van munten.

De Amerikaanse tegenhanger 'Bureau of Engraving and Printing' heeft minder dan 2.000 mensen in dienst.

Hoogleraar economie Hu Xingdou van het 'Beijing Institute of Technology' vertelt tegen The South China Morning Post dat een land veel vertrouwen moet hebben in de Chinese regering om haar bankbiljetten in China te laten drukken.

"De wereldeconomie doorgaat een aantal diepgaande veranderingen", zegt hij. "Nu China groter en machtiger wordt, zal het land de strijd aangaan met het waardesysteem van het Westen. Het drukken van geld voor andere landen is een belangrijke stap."

Hij stelt: "Het eigen geld is een symbool van de soevereiniteit van een land. Deze praktijk zorgt voor vertrouwen en zelfs voor monetaire bondgenootschappen."

Met nepbiljetten de Chinese economie ondermijnen

De controle over buitenlands geld kan ook een krachtig wapen zijn. Tijdens de val van de Libische leider Moammar Gaddafi zeven jaar geleden nam de Britse overheid Libische tegoeden ter waarde van ruim 1,3 miljard euro in beslag: die waren gedrukt door de Britse gelddrukkerij De La Rue. Daardoor ontstonden tekorten in het land en kwam de regering onder druk te staan.

Beijing maakte zich zorgen over de mogelijkheid dat vijanden nepbiljetten kunnen gebruiken om de Chinese economie te ondermijnen. De regering vindt het massaal drukken van geld voor zichzelf en anderen net zo belangrijk als zijn atoomwapenprogramma.