De Nederlandse onlinebank Bunq droomt ervan op termijn een Amerikaanse bankvergunning binnen te slepen.

“Dat is toch wel een ontzettend interessante, grote markt, waar men nog met cheques rondloopt”, aldus oprichter Ali Niknam in een interview met BNR Nieuwsradio.

Het snelgroeiende Bunq barst van de ambitie. Ook een grote investeringsronde, een overname door een grotere bank of een beursgang sluit Niknam niet uit, al ligt dat nu allemaal nog niet in de planning.

De Bunq-voorman haalt onder meer inspiratie uit betalingsdienstverlener Adyen, die eerder dit jaar een gang naar de beurs maakte. “Het aardige aan Adyen is dat ze altijd zelfstandig zijn gebleven. Dus dat voorbeeld volg ik graag.”

Niknam heeft veel geld verdiend met zijn IT-bedrijf TransIP en richtte Bunq in 2012 op. Eind 2015 lanceerde hij, nadat hij een bankvergunning had gekregen, een mobiele app waarmee mensen in de eurozone mobiel kunnen bankieren.

Het was toen de eerste nieuwe onafhankelijke bank met een bankvergunning in Nederland sinds DSB jaren terug. Het techbedrijf is sindsdien hard gegroeid en zit inmiddels in meer Europese landen.

Winst maakt Bunq nog niet. Niknam stak zelf al meer dan 40 miljoen euro in de onlinebank, die vorig jaar 9 miljoen euro in het rood eindigde.

Vorig jaar liep het imago van Bunq een knauw op toen het een premiummodel introduceerde, waardoor klanten duurder uit waren voor een rekening met een bankpas.

Maar dat staat de internationale ambities van de 36-jarige Niknam geenszins in de weg. Hij wil eerst heel Europa veroveren, om dan pas over een paar jaar de stap naar de Verenigde Staten te wagen, zegt hij tegen BNR.

LEES OOK: Met het nieuwe Netflix-model is Bunq ineens een dure bank voor zzp’ers