Autofabrikanten in het Verenigd Koninkrijk lopen grote risico’s door de Brexit. De uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie bedreigt de export naar EU-landen en beïnvloedt op de langere termijn de keuze om fabrieken al dan niet in het VK te houden.

Dat schrijft The Financial Times in een analyse van de gevolgen van het Britse Brexit-referendum voor de Britse autoindustrie.

De Britse fabrieken van de Japanse autobedrijven Nissan, Honda en Toyota lopen de grootste risico’s, omdat het gros van hun productie voor de Europese Unie is bestemd en zij een relatief lage winstmarge hebben.

Export auto’s naar EU

Het grootst is de Nissan-fabriek in Sunderland die jaarlijks een half miljoen auto’s produceert waarvan zo’n driekwart naar EU-landen gaat. Hetzelfde gaat op voor Toyota dat een jaarproductie heeft van zo’n 180 duizend auto’s.

In de Britse autoindustrie werken 800 duizend mensen. De autoindustrie heeft de afgelopen twee decennia juist een opleving doorgemaakt dankzij investeringen vanuit het buitenland. In de onzekere periode van onderhandelingen over de voorwaarden van de Brexit zullen nieuwe investeringen waarschijnlijk uitblijven. En die periode kan twee jaar duren.

Een senior manager uit de industrie zegt tegenover de FT zich grote zorgen te maken. "Als we niet meer concurrerend zijn en de Britse regering geeft ons geen steun, dan ben ik erg bezorgd over de toekomst. We zijn een wereldwijd bedrijf, we moeten beslissingen nemen die economisch zinvol zijn."

Minder investeringen tijdens onderhandelingen Brexit

Adviesbureau PA Consulting verwacht dat autofabrieken tijdens de onzekere periode van onderhandelingen werk naar elders in de wereld zullen verplaatsen. Dan gaat het bijvoorbeeld om werk voor upgrades van bestaande modellen.

Maar PA Consulting ziet grotere gevolgen. Als de wereldwijde autoconcerns de toegang naar de EU vanuit het VK onvoldoende vinden, zullen sommige fabrieken in het VK uiteindelijk sluiten omdat ze niet meer concurrerend zijn. De fabrieken die deel uitmaken van Japanse bedrijven - Honda, Toyota en Nissan - lopen volgens het adviesbureau het grootste risico, omdat ze sterk afhankelijk zijn van export naar het Europese vasteland.

Liever geen tariefmuren

Niet iedereen ziet overigens zo'n zwart scenario voor zich, omdat de uitkomst van de onderhandelingen ook een tariefvrije zone met de Europese Unie kan zijn. Veel zal afhangen van de aanstaande premier Theresa May, die invulling moet geven aan het overleg. Zij heeft aangegeven dat ze wil streven naar een goede toegang tot de EU.

Ook autoconcerns op het Europese vasteland dringen aan op een zo open mogelijke markt. Zo maakt BMW motoren in Britse fabrieken voor auto's die in Duitsland worden geassembleerd en vervolgens weer in Engeland verkocht. "Het is moeilijk een autoconcern te vinden dat vóór handelstarieven is", zegt een hoge manager tegen de FT.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl