• Het kabinet gaat de zogenoemde baangerelateerde investeringskorting (BIK) niet aanpassen, heeft staatssecretaris Hans Vijlbrief aan de Tweede Kamer laten weten.
  • Meerdere partijen hadden gevraagd de regeling aantrekkelijker te maken voor het MKB.
  • Bedrijven krijgen 3 procent korting op investeringen in bedrijfsmiddelen tot 5 miljoen euro en 2,44 procent op bedragen daarboven.

Staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën vindt het niet nodig de veel bekritiseerde investeringskorting voor bedrijven zo aan te passen dat kleinere ondernemers er meer van profiteren. Hij is tevreden over de balans tussen grote en kleine investeringen waarin het huidige voorstel van het kabinet voorziet.

De zogenoemde baangerelateerde investeringskorting (BIK) moet bedrijven verleiden om ondanks de coronacrisis te blijven investeren. Zij mogen een klein deel van de investeringssom aftrekken van de loonheffing die zij afdragen. Voor de regeling is de komende twee jaar in totaal 4 miljard euro beschikbaar.

Vijlbrief gaf eerder aan dat het MKB naar verwachting zo’n 60 procent van dat budget zal opstrijken. De SGP, maar ook de coalitiepartijen D66 en ChristenUnie, zouden graag zien dat dit aandeel hoger uitvalt. Zij stelden voor om bijvoorbeeld de aftrek voor grote investeringen te verlagen en die voor kleine investeringen juist te verhogen.

Geen maximum aan investeringssom

Maar om langs die weg tot de door SGP-Kamerlid Chris Stoffer gewenste verhouding (80 om 20 procent) te komen, zou volgens Vijlbrief het voordeel voor grote investeringen bijna op nul moeten worden gezet. Ook het stellen van een maximum aan de investeringssom vindt de staatssecretaris geen goed idee.

"Dit kabinet heeft niks tegen grote investeringsprojecten", zegt Vijlbrief. "Die kunnen beter zijn voor de economie dan heel veel kleintjes." Hij benadrukt ook dat het kabinet bewust gekozen heeft voor de huidige opzet. "Wij denken dat we hier echt een goed evenwicht mee te pakken hebben tussen het stimuleren van grote en kleine investeringen."

Vijlbrief spreekt tegen dat de regeling niet effectief zou zijn, zoals de meeste oppositiepartijen betogen. Uit de doorrekening van het CPB blijkt dat de aftrek tot 7,5 miljard euro aan extra investeringen leidt. "Dat kopen we voor 4 miljard subsidie", aldus de bewindsman. De alternatieven die ook zijn doorgerekend "leveren dat allemaal niet op".

De staatssecretaris bestrijdt ook dat de regeling alleen bedrijven steunt waarmee het al goed gaat. "Ieder bedrijf dat wil investeren kan hier gebruik van maken", zegt hij. Tegelijkertijd benadrukt hij dat de investeringsaftrek niet bedoeld is om noodlijdende bedrijven te helpen, maar om investeringen aan te jagen.

Vijlbrief erkent wel dat alleen bedrijven met toekomstperspectief zullen blijven investeren. "Als een sector volledig op zijn gat ligt en daar gebeurt niks meer, dan zal het waarschijnlijk zo zijn dat dit instrument niks extra toevoegt, maar daarvoor hebben we ook andere crisisinstrumenten."

3% korting op investeringen tot €5 miljoen

De investeringskorting geldt alleen voor nieuwe investeringen in bedrijfsmiddelen van na 1 oktober 2020. Daarbij moeten de investeringen voor 31 december 2022 volledig zijn betaald en binnen zes maanden na de volledige betaling in gebruik zijn genomen.

Bij investeringen tot 5 miljoen euro per kalenderjaar krijgen bedrijven een korting van 3 procent van het investeringsbedrag.

Bij hogere investeringen bedraagt de korting 2,44 procent. Voor alle aanvragen geldt een ondergrens van 1.500 euro per bedrijfsmiddel en 20.000 euro per aanvraag.

Bedrijven die voor de regeling in aanmerking willen komen kunnen vanwege uitvoeringstechnische redenen pas vanaf 1 september 2021 een aanvraag doen. De regeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in samenwerking met de Belastingdienst.

De Raad van State uitte eerder flinke kritiek op de regeling. Volgens de belangrijkste adviseur van de regering kan de belastingmaatregel ervoor zorgen dat het kabinet geld pompt in sectoren die er ondanks, of zelfs dankzij, de coronacrisis goed voor staan, terwijl andere branches het heel moeilijk hebben. Daardoor zou de BIK niet gericht genoeg zijn.

LEES OOK: In de horeca verwacht 32% van de ondernemers het maximaal 12 maanden vol te houden, in de IT is dat slechts 9%