Artistiek directeur Beatrix Ruf van het Stedelijk Museum in Amsterdam stapt per direct op. Volgens de raad van toezicht van het museum doet ze dat naar aanleiding van “speculaties in de media in de afgelopen weken, die mogelijk een impact kunnen hebben op de reputatie van het museum”.

Ruf lag onder vuur nadat NRC Handelsblad vorige week meldde dat ze behalve artistiek directeur bij het Stedelijk ook eigenaar is van een eigen kunstadviesbureau, waardoor mogelijk sprake zou kunnen zijn van belangenverstrengeling. De directeur heeft hier volgens de krant in het jaarverslag van 2016 geen melding van gedaan.

Bij haar aanstelling was afgesproken dat haar nevenfuncties niet mochten botsen met de directeursfunctie, die wordt gehonoreerd volgens de Wet normering topinkomens (maximaal 181.000 euro).

“Voor mij staat het belang van het museum voorop, boven dat van mijzelf als individu”, reageert Ruf. ,,Om die reden is terugtreden nu de juiste stap. Ik wens het museum enorm veel succes toe in de toekomst, want dat verdienen het museum, alle mensen die er werken, de bezoekers en iedereen die het museum steunt.”

Ruf’s taken worden volgens de raad van toezicht overgenomen door het huidige managementteam, samen met een zakelijk interim-directeur die op korte termijn wordt aangesteld. Onlangs is namelijk ook zakelijk directeur Karin van Gilst vertrokken bij het museum. Ruf krijgt nog drie maanden doorbetaald.

De komende tijd wordt het functioneren en de beloning van de leiding van het museum geëvalueerd door twee onafhankelijke experts. De resultaten hiervan worden openbaar gemaakt.

Invloedrijke kunstdirecteur

De Duitse Ruf (1960) werd in 2014 artistiek directeur van het Stedelijk Museum. Daarvoor was ze directeur van de Kunsthalle in het Zwitserse Zürich.

Ruf staat bekend als één van de meest invloedrijke figuren in de internationale kunstwereld. Het toonaangevende Amerikaanse tijdschrift Art Review plaatst haar al jaren in de hoogste regionen van de top honderd. Voor de Kunsthalle Zürich nam ze het initiatief voor een groot renovatie- en uitbreidingstraject.

Het Stedelijk haalde haar binnen om ,,haar oog voor kwaliteit en voor jong talent en haar uitgebreide netwerk''. Ook werd ze destijds door het Stedelijk geroemd om ,,het herkenbare, radicale en zelfverzekerde programma dat zij neerzette in de Kunsthalle en de bevlogen manier waarop zij persoonlijk het instituut aan de buitenwereld presenteerde en onderdeel maakte van het culturele debat''.