• Het vaststellen van de waarde van een bedrijf gaat vaak gepaard met flink wat rekenwerk, waardoor er een schijn van objectiviteit ontstaat.
  • Maar onderliggend draait het om bepaalde deels subjectieve aannames over het groeipotentieel van bedrijven.
  • Beursexpert Hendrik Oude Nijhuis laat aan de hand van een voorbeeld zien hoe dat werkt.
  • Lees ook: Waarom ik niet beleg in Rusland, maar wel in China

ANALYSE – Wanneer ik beleggers spreek denken zij soms dat het waarderen van bedrijven een heel objectieve aangelegenheid is. Dat is maar ten dele het geval: van cruciaal belang zijn namelijk de subjectieve schattingen van enkele variabelen waar vervolgens objectief mee te rekenen valt.

Dit kun je illustreren met een relatief eenvoudig voorbeeld. Stel, een kennis is met maar liefst 1 miljoen euro aan startkapitaal een exclusief restaurant gestart en dat blijkt een succes: al gelijk in het eerste jaar wordt een winst geboekt van 200.000 euro (rentabiliteit van 20 procent).

Om het succes te vieren wil hij een aantal dure privé-uitgaven doen en daarom is hij bereid de helft van het bedrijf aan jou te verkopen. Hoeveel wil je ervoor betalen?

Om een waarderaming van het restaurantbedrijf te maken zijn vier variabelen van belang:

1) De rentabiliteit. In bovenstaand voorbeeld 20 procent.

2) Het winstuitkeringspercentage: wordt alle winst (of een deel ervan) uitgekeerd als dividend of wordt de winst juist ingehouden om nieuwe vestigingen te openen?

3) Het aantal jaar dat het mogelijk is om de ingehouden winst tegen de hoge rentabiliteit te herinvesteren.

4) De discontovoet. Hoe hoger de discontovoet, hoe minder toekomstige winst nu waard is. In het voorbeeld gaan we gemakshalve uit van een discontovoet van 10 procent.

Wanneer je denkt dat het restaurant structureel in staat is een winstgevendheid van 20 procent te behalen maar dat het concept zich niet leent voor uitbreiding, dan mag voor de helft van de aandelen maximaal een miljoen euro worden betaald. Je verdient dan zelf nog net 10 procent. De helft van de winst is immers 100.000 en daarvoor betaal je maximaal een miljoen euro.

In bovenstaand geval ontvangt de kennis dus 1 miljoen euro en behoudt hij bovendien 50 procent van het bedrijf wat hem jaarlijks nog eens 100.000 euro aan inkomsten oplevert.

Groeiperspectief maakt veel uit bij waardering van een bedrijf

Maar stel, je bent vol lof over het nieuwe restaurant en denkt dat wel eens sprake kan zijn van een succes als Starbucks. Je verwacht dan ook dat mogelijk nog wel 30 jaar de winst in nieuwe filialen geherinvesteerd kan worden, tegen een rendement van 20 procent. In dat geval is het bedrijf een jaar na de start in theorie 32,6 miljoen euro waard. Je zou 16,3 miljoen euro mogen betalen voor de helft van de aandelen om nog net 10 procent te verdienen.

Voor wie er enigszins bekend mee is, stelt het invoeren van wat getallen en percentages in een spreadsheet weinig voor. Maar de crux zit hem daarin niet. Die zit hem erin tot zo goed mogelijke schattingen van de bovengenoemde variabelen te komen, om vervolgens pas aandelen van het desbetreffende bedrijf te kopen wanneer sprake is van een flinke foutmarge (korting) op de geraamde intrinsieke waarde...

Hendrik Oude Nijhuis is medeoprichter van beleggingsfonds ValueMachinesFund en heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is gratis beschikbaar.