De afgelopen drie jaar zijn de rentetarieven voor rood staan bij banken even hoog gebleven, terwijl de banken nauwelijks nog rente hoeven te betalen.

Dat meldt het FD op basis van een inventarisatie van de rentetarieven van de grootste banken.

De tarieven die door de banken worden gerekend voor het rood staan zijn verschillend per bank, limiet en product. De rentes variëren tussen de 9 en 14 procent. Dat is min of meer hetzelfde als drie jaar geleden.

Rente soms zelfs verhoogd

Wie 1000 euro rood staat, betaalde in 2012 rond de 11,7 procent rente. Dat is een gemiddelde over de drie grote banken (ING, Rabobank en Abn Amro). Vorig jaar lag dat percentage op 10,8 procent. Dat is weliswaar een lichte daling, van 7,8 procent. Maar de spaarrente is veel scherper gedaald: van 2,3 procent in 2012 naar 1 procent in 2015. Ruim een halvering dus.

Vanaf 2013 zijn de rentes voor rood staan nauwelijks gedaald, terwijl de lage rente onverminderd werd doorberekend in de spaarrente.

Voor sommige klanten werd de rente voor het negatieve saldo op de bankrekening zelfs hoger. Het gaat dan voornamelijk om klanten die een hoge limiet hadden. De Rabobank meldt dat 17 procent van hun klanten te maken heeft met een hogere rente. ING verhoogde de rente voor het product Continu Limiet, dat een negatief saldo van 25.000 euro toestaat, van 9,3 naar 9,9 procent.

'Risico is hoger'

Volgens de ING zijn de rentes voor rood staan niet alleen afhankelijk van de rente die op de mark wordt gevraagd, maar ook van bijvoorbeeld het risico. En dat risico is tijdens de crisis flink gestegen, en dus is de rente verhoogd, zo stelt ING.

De Rabobank stelt dat het onnodig rood staan wil aanpakken. Daarom zijn ook de limieten verscherpt. Klanten kunnen niet voor een hoger bedrag rood staan dan er maandelijks op hun bankrekening wordt bijgeschreven, en het saldo moet bij Rabobank in drie maanden zeker één dag positief zijn.

 

 

 

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl