De aarde zien vanuit de ruimte is een cadeautje dat maar weinig mensen gegeven is. Minder dan 540 mensen zijn ooit in de ruimte geweest.

Een groep NASA-astronauten kwam recent tezamen voor de première van de serie One Strange Rock van Darren Aronofsky, die eerder Black Swan en Requiem for a Dream regisseerde. De documentaire legt de aarde vast van grote afstand en op microscopisch niveau. Beelden vanuit de ruimte monteerde Aronofsky naast organismes die vier keer dunner zijn dan een mensenhaar. Een ‘prachtig uurwerk’, zegt Aronofsky, dat ‘veel complexer is dan wij als mensen ooit zouden kunnen bedenken’.

Vanaf 26 maart is de serie, voorzien van commentaar door Will Smith, te zien op National Geographic.

Astronauten kijken vaak heel anders naar de wereld wanneer ze terugkeren van hun missie. Wubbo Ockels ging de mensheid bewust maken van de manier waarop we de aarde uitputten. Anderen leerden te waarderen dat we op aarde onze urine niet hoeven te recyclen om koffie te zetten. We vroegen 7 astronauten naar hun ervaringen.


De inzichten waarmee astronauten terug ‘naar beneden’ komen, verschillen behoorlijk van elkaar. Een thema dat terugkeert is dat ze allemaal een nieuwe manier vonden om zichzelf met hun ’thuis’ verbonden te voelen.

Mae Jemison klakt haar hakken terwijl ze gewichtloos is. Foto: NASA

“Ik was eindelijk af van het gevoel van onbeduidendheid”, zegt Mea Jemison die in 1992 naar de ruimte reisde. “Eindelijk voelde ik mezelf net zozeer onderdeel van dit universum als elk stofdeeltje. Ik had net zoveel recht om hier te zijn.”

Foto: NASA

Jerry Linenger had een behoorlijk tegenovergestelde reactie. Hij zag zichzelf eerder als een hemels wezen. “Ik voel me net God!”

Linenger in de Space Shuttle Atlantis in 1997. Foto: NASA

Anderzijds zag hij ook de tijdelijkheid van zijn bestaan onder ogen. “Ik ben slechts een stofje in de tijd. Hoe het leven evolueerde en samenkwam tot dit, dat fascineert me mateloos.”

Linenger aan het werk tijdens een Russisch-Amerikaanse ruimtewandeling rondom het MIR-station in 1997. Foto: NASA

De Canadese astronaut Chris Hadfield dankt een deel van zijn roem aan zijn actieve Twitter-account. Na 2.650 keer de aarde omgezoefd te zijn begon hij zijn thuisplaneet meer als één geheel te zien.

Hadfield aan boord van het ISS, waar hij als commandant werkte. Foto: NASA

In het begin concentreerde hij zich automatisch op de bekende delen van de wereld. “Je lijf pikt er gewoon de dingen uit die het herkent”, zegt hij.


Als je de aarde 16 keer per dag voorbij ziet komen, verandert dat. “Mijn hele leven zag ik delen van de wereld als ‘zij’, maar nu was dat onherroepelijk allemaal ‘wij’. Het verschil tussen de twee vervaagde.”

Hadfield in de ruimte in 2013. Foto: NASA

Vijf keer reisde Jeff Hoffman naar de ruimte, tussen 1985 en 1996. Hij zag de bossen in het Amazone-gebied onder hem gekapt worden. “Dat heeft me echt wakker geschud.”

Hoffman in 1985. Foto: NASA

“Soms hoor ik collega’s over hoe je vanuit de ruimte geen grenzen kunt zien, maar dat is niet waar. Verschillende landbouwgebruiken, verschillend gedrag aan twee kanten van een grens tonen dat wel degelijk.”

Hoffman oefent op aarde zijn missie om de Hubble-telescoop te repareren, een hoogtepunt van zijn carrière. Foto: NASA

Overweldigend, dat is het eerste woord dat bij Nicole Stott te binnen schoot. “Je hebt zoiets van: mijn god, waar kíjk ik eigenlijk naar?”

Stott spiekt door de ingang van een Russische Sojoez-capsule, afgemeerd aan het ISS in 2011. Foto: NASA.

“De eerste keer dat ik een blik uit het raam wierp, wist ik niet eens welk deel van de wereld ik zag…”


Toen ze buiten het ISS ging, zichzelf vasthoudend met slechts één hand (en een kabel), begreep ze plots waarom haar moeder zich zorgen maakte over de ruimtemisse van haar dochter.

Stott in het ISS in 2011. Foto: NASA

De astronaut die de aarde wellicht het best kan beschrijven is Peggy Whitson. Bijna twee volle jaren (665 dagen) bracht zij in totaal door in de ruimte en ze was eerste vrouwelijke commandant van het ISS.

Whitson bij een Sojoez-simulator in 2016. Foto: NASA
De persoon die de meeste tijd in de ruimte doorbracht is overigens de Rus Gennady Padalka, die in 2015 het record van ruim twee jaar brak. Padalka diende ook als ISS-commandant. Zijn teller staat nu op 879 dagen, gevolgd door tal van Russen die eveneens meer dan 800 dagen doorbrachten.

Whitson is zo vaak ‘up there’ geweest dat ze de aarde gekscherend karakteriseert als een groot ruimteschip – een enorm indrukwekkend exemplaar dan wel.

Whitson tekent het ISS vlakvoor het einde van haar commandotermijn in 2017. Foto: NASA

“Daarboven in het ISS proberen we het leven op aarde na te doen. En dat is extreem moeilijk.”

Whitson bereidt zich voor op de 200e ruimtewandeling vanuit het ISS. Foto: NASA

Op onze planeet kunnen we deels vertrouwen op de recyclende werking van de natuur – maar in de ruimte moet je dat allemaal zelf doen. Zoals je urine zuiveren om het water te gebruiken voor koffie. Ook uitwerpselen en uitgeademde lucht zouden kunnen dienen als bronnen voor eten en drinken, schrijft The Guardian.


“Als we diep de ruimte in willen dan zullen we lucht, water en een zekere leefomgeving met ons mee moeten nemen”, aldus Whitson.

Whitson op de 200e ruimtewandeling vanuit het ISS. Foto: NASA

Dat mensen vrij kunnen leven op aarde is een feit dat je meer waardeert na een missie. “Het is een complex, vervlochten systeem dat we hier hebben op Ruimteschip Aarde.”