Apple moet de Amerikaanse University of Wisconsin-Madison 506 miljoen dollar (435 miljoen euro) betalen, omdat het een patent van de universiteit heeft geschonden. Dat heeft de rechter in Madison bepaalt.

Dat meldt Reuters. Apple heeft een technologie in de processoren gebruikt in sommige iPhones, terwijl de universiteit daar het patent op had. Het gaat om een technologie die kan voorspellen wat een gebruiker gaat doen. Daardoor wordt de processor efficiënter.

De universiteit legde die technologie in 1998 al vast. Maar Apple stelt dat het patent van de universiteit niet geldig is. In 2015 bepaalde een rechtbankjury echter dat het bedrijf de universiteit 234 miljoen dollar moet betalen. De rechter heeft dat bedrag nu dus ruim verdubbeld.

Apple kan nog een rechtszaak verwachten, want de universiteit heeft het bedrijf nog eens aangeklaagd omdat dezelfde technologie in latere modellen van de iPhone ook is gebruikt. Hierover wil de rechtbank echter nog geen uitspraak doen; de huidige zaak moet eerst worden afgehandeld.

Dat laat waarschijnlijk nog wel even op zich wachten, want uit documenten van de rechtbank blijkt dat Apple in hoger beroep gaat tegen de uitspraak.