Amsterdam leidt het herstel van de woningmarkt, met huizenprijzen die per kwartaal met 10 procent of meer stijgen. Volgens een rapport van UBS is de huizenmarkt in de Nederlandse hoofdstad ‘overgewaardeerd’.

In Amsterdam is het weer gekkenhuis op de woningmarkt, zo lijkt het. In het derde kwartaal van dit jaar lagen de huizenprijzen 13,9 procent hoger dan een jaar eerder, volgens de Nederlandse Vereniging van Makelaars. In de drie kwartalen daarvoor werden woningen 10,9 procent, 7,2 procent en 11 procent duurder. Is er sprake van een huizenbubbel?

Dat nog niet, stelt UBS in een donderdag verschenen rapport (pdf). Analisten van de bank onderzochten het risico op een huizenbubbel in vijftien financiële centra door de betaalbaarheid van een appartement van 60 vierkante meter te vergelijken. Daarbij keken ze onder meer naar de huizenprijs afgezet tegen het inkomen en het verschil in kosten tussen huren en kopen.

Amsterdam neemt de zesde plek in op de ranglijst, achter Londen, Hong Kong, Sydney, Vancouver en San Francisco. De huizenmarkt in de Nederlandse hoofdstad is volgens UBS ‘overgewaardeerd’.

Tussen 2008 en 2013 zijn de transactieprijzen in Amsterdam gecorrigeerd met 25 procent, aldus UBS. Sinds vorig jaar krabbelt de woningmarkt weer op in de hoofdstad. Huizenprijzen zijn met 11 procent gestegen, terwijl de lonen gelijk zijn gebleven. Bovendien gaat het herstel een stuk vlotter in Amsterdam dan in de rest van Nederland. En door de lage rentes zijn de schulden van huishoudens niet verder gedaald.

UBS denkt dat er een behoorlijke kans is op een prijscorrectie van de Amsterdamse huizenmarkt in de komende jaren. Maar hoogleraar woningmarkt Johan Conijn is sceptisch over de conclusies van UBS. 

"Historisch gezien zijn de huizen in Amsterdam niet duur, na de daling van de prijzen tijdens de crisis", zegt hij tegenover de NOS. "En er zijn in Nederland ook woningtekorten en Amsterdam en de Randstad zijn zeer in trek. Ik voorzie geen sterke daling."