ANALYSE – De Britse minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson spoort premier Theresa May aan om voor een harde Brexit te gaan. Deze aanpak omvat een vertrek uit de Europese interne markt en de douane-unie, plus hardere immigratie-eisen voor nieuwkomers.

Johnson deed zijn uitspraak woensdag in een toespraak bij de denktank Policy Exchange.

Hij waarschuwde ook dat pogingen om de Brexit te frustreren, of om dicht tegen de EU aan te schurken ná maart 2019, ‘verraad’ zouden zijn tegenover de kiezers.

Minder bekend dan Johnsons retoriek tijdens de Brexit-campagne, is het feit dat hij als burgemeester van Londen en Lagerhuislid juist erg pro-Brussel was. Hij noemde zichzelf toen een ‘fan’ van de EU en liet zich vaak positief uit over zowel de unie als immigratie.

We zetten de grootste verschillen op een rij.

2013: "I am in favour of staying in the single market"

Johnson zei woensdag dat elke poging om in de Europese eenheidsmarkt te blijven, 'een verraad' zou zijn van de Brexit-stemmers. Dit was echter niet zijn standpunt voorafgaand aan het referendum, toen hij nog burgemeester van Londen was.

In 2013 sprak hij tegenover Sky News de woorden: "Ik zou stemmen om in de eenheidsmarkt te blijven. Ik ben voorstander van de open markt en ik wil dat we vrij kunnen handelen met onze Europese vrienden en partners."

Later dat jaar voegde hij daar in Parijs aan toe: "Wat mij betreft blijven we in de vrije markt. In mijn optiek hebben de Britten veel voor Europa betekend."

2003: "If we did not have the EU, we would have to invent it"

Boris Johnson

Foto: REUTERS/Stefan Wermuth
In zijn toespraak van woensdag beweerde Johnson dat de EU "altijd van zins was een superstaat" te bouwen die de Britten van hun onafhankelijkheid zou beroven.
Er gaapt echter een kloof tussen Johnsons eerdere opvattingen over de intenties van de Unie. Hij bekende als lid van het Lagerhuis zelfs een fan van de landenclub te zijn. In 2003 zei hij het volgende:

"I am not by any means an ultra-Eurosceptic. In some ways, I am a bit of a fan of the European Union. If we did not have one, we would invent something like it."

Een ander opvallend punt is de mogelijke toetreding van Turkije tot de EU, een van de hete hangijzers in de Brexit-campagne. Het Leave-kamp, Boris Johnson incluis, wekte argwaan over een Turks lidmaatschap en andere kandidaatlidstaten. Johnson ontpopte zich, eveneens in 2003, juist tot een voorstander van Turks lidmaatschap en noemde tegenstanders 'dwaas'.

The most "pro-immigration" politician in Britain

Boris Johnson

Foto: Dan Kitwood / Getty
Johnson claimde woensdag dat immigratie naar het VK geleid heeft tot een loonstagnatie voor 'inheemse jonge bevolking'.
"We moeten onszelf ook een paar kritische vragen stellen over de invloed van 20 jaar aan ongebreidelde immigratie van laagopgeleide werklui met - en over wat velen zien als de onderdrukking van lonen van de (...) inheemse jonge bevolking", aldus Johnson.

Maar wederom toen hij burgemeester van Londen was, sloeg hij een heel andere toon aan. Toen claimde hij dat er geen politicus was die positiever stond tegenover immigratie. "Ik ben waarschijnlijk de enige politicus die durft te zeggen dat hij pro-immigratie is." Ook in die periode sprak hij regelmatig over de voordelen van EU-burgers die emigreren naar de Britse hoofdstad en riep op tot amnestie voor illegale immigranten.

Een fundamentele ommezwaai

boris johnson michael gove

Foto: Mary Turner / Getty

Voordat Johnson in een artikel naarbuiten trad met zijn steun voor de Brexit, schreef hij ook een tweede stuk waarin hij exact het tegenovergestelde beargumenteerde. Die column dook pas maanden na het referendum van 2016 op. Johnson zou de twee tegenstrijdige teksten verdedigen met het verweer dat hij een 'denkexperiment' uitvoerde.

Vriend en vijand zijn daar niet zo zeker van. Zij wijzen naar een geschokte Johnson naast Leave-campagnemedewerkers toen de resultaten van het referendum in juni 2016 binnendruppelden. Veel mensen geloven daarom dat de uitslag niet was waar de ex-burgemeester op hoopte.

Hoe het ook zij, kort na de overwinning van het Leave-kamp deed Johnson een gooi naar het partijleiderschap van de Conservatieven en daarmee het premierschap. Die poging strandde doordat hij te weinig steun van collega's wist te verzamelen. Aangezien premier Theresa May momenteel in een wankele positie verkeert, verdenken velen hem van een vergelijkbare opzet dit jaar.