De zaak draait om de illegale handel in olie in 2007 en 2008. Het Keniaanse staatsbedrijf Kenya Pipeline Company (KPC) zou een belangrijke rol hebben gespeeld bij illegale olieleveranties aan het bedrijf Triton Oil. Dat verkocht de brandstof ter waarde van 7,6 miljard Keniaanse shilling (bijna 70 miljoen euro) aan derden. Diverse banken, die betrokken waren bij de financiering van KPC, verloren grote sommen geld.

ABN AMRO diende vorige maand een claim in tegen de Keniaanse staat. Andere benadeelde partijen deden dat al in een eerder stadium.

Tritonschandaal

Het hooggerechtshof in de hoofdstad Nairobi beoordeelt de claims en zal indien nodig zittingen organiseren waarbij hoofdrolspelers in het Tritonschandaal kunnen worden gehoord. Het kan volgens ingewijden jaren duren voordat de rechters uitspraak doen in de zaak.

Hoofdverdachte in het schandaal is de Keniaanse zakenman Yagnesh Devani, de eigenaar van Triton Oil. Hij vluchtte naar Groot-Brittannië, waar hij later werd gearresteerd, voordat de zaak in 2009 aan het licht kwam. Het Openbaar Ministerie in Kenia heeft om zijn uitlevering gevraagd.