De aanslag in Parijs op de redactie van Charlie Hebdo lijkt degelijk te zijn voorbereid en gepleegd door zeer goed getrainde strijders.

Dat concluderen verscheidene Franse media op de dag dat terroristen systematisch een deel van de redactie van een extreemlinks, fel antireligieus en tegendraads weekblad, Charlie Hebdo, uitmoordden en twee agenten doodschoten.

Slachtoffers bij naam genoemd

De daders waren geen wilde aanvallers die in het rond schoten, maar mensen die met militaire discipline te werk gingen en zeer goed met hun vuurwapens konden omgaan. Ze pleegden de aanslag tijdens een redactievergadering, waardoor er veel redacteuren en tekenaars in één ruimte waren. Ook noemden ze de slachtoffers bij hun voornaam voordat ze hen executeerden, aldus de krant Le Parisien.

De daders riepen leuzen die van jihadisten kunnen zijn, zoals de mededeling dat ze de profeet kwamen wreken, maar ze spraken volgens een getuige, Charlie Hebdo-tekenaar Corinne Rey, perfect Frans. Over de vraag of het jihadisten waren, maant de Franse terrorismekenner Jean-Charles Brisard tot voorzichtigheid.

‘Oorlogsdaad’

“Dit is in ieder geval een daad van oorlog, een terroristische aanslag en beslist de belangrijkste aanslag in meer dan dertig jaar tijd. De aanslagen in de jaren tachtig en negentig waren in Frankrijk niet zo bloedig. Dit waren mensen met duidelijk het doel te doden en ze waren erg zwaar bewapend. Ze konden beheerst met die wapens omgaan. Dit is iets heel nieuws”, aldus Brisard.

Het doelwit van de daders lijkt volgens hem meervoudig. Het blad is herhaaldelijk in opspraak is geweest en vaak bedreigd en dus geen verbazingwekkend doelwit, maar dat ze ook politieagenten, als gezagsdragers van de staat, doodden, vindt Brisard opmerkelijk.

Nederlandse Marokkanen veroordelen aanslag

De Raad van Marokkaanse Moskeeën Nederland (RMMN) en het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders hebben de aanslag sterk veroordeeld. Het medeleven van de moskeeën gaat uit naar alle direct betrokkenen. "Samen met iedereen die de democratie en de rechtsstaat een warm hart toedraagt, blijven wij strijden tegen geweld, haat, terreur en extremisten, ongeacht wie de afzender is'', aldus de RMMN.

"Wij staan voor een open en pluriforme samenleving waarvan de vrijheid van meningsuiting een van de belangrijkste pijlers is. Dat juist de persvrijheid geweld wordt aangedaan, schokt ons des te meer'', zo stelt het Samenwerkingsverband in een verklaring.

Minister Koenders: laf geweld

"Dit is een verschrikkelijke terreurdaad. Deze poging om met laf geweld de vrije pers de mond te snoeren zorgt voor onbeschrijfelijke pijn bij betrokkenen en nabestaanden''. Zo reageert minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken woensdag vanuit Turkije op de aanslag. De burgemeesters Van der Laan (Amsterdam) en Aboutaleb uitten hun solidariteit met de stad Parijs.

De bloedigste aanslag in Frankrijk voor woensdag was op 18 juni 1961 en werd gepleegd door extreem rechts. Toen ontplofte een bom onder de trein Straatsburg - Parijs. Daardoor kwamen 28 mensen om het leven. De daders waren leden van de terroristische OAS (Organisatie van het Geheime Leger), extremisten die zich met terreur verzetten tegen de onafhankelijkheid van Frans Algerije.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl