Een muziekschool heeft een leraar op staande voet ontslagen, omdat hij in zijn vrije tijd werkzaam bleek te zijn als stripper en erotisch naaktmodel. De rechter oordeelde dat die nevenactiviteiten niet in strijd zijn met de heersende morele waarden.

Een muziekschool heeft een leraar op staande voet ontslagen omdat hij in zijn vrije tijd werkzaam bleek te zijn als stripper en erotisch naaktmodel. De muziekleraar heeft dit ontslag op staande voet onlangs aangevochten in kort geding.

De muziekleraar was 30 jaar bij de muziekschool in dienst. Er was niet eerder sprake van klachten en zowel de muziekschool als de leerlingen waren tevreden tot het moment waarop de school een anonieme brief ontving.

In deze brief stond: “Het is een schande dat deze muziekleraar aan onze kinderen les geeft en zichzelf daarnaast min of meer prostitueert.”

De anonieme schrijver had een print van een op een website weergegeven advertentie meegezonden waarop de muziekleraar met ontbloot bovenlijf was weergegeven en waaruit bleek dat hij zichzelf verhuurde als blootmodel en stripper. Nadat de muziekleraar hiermee werd geconfronteerd werd hij op staande voet ontslagen. De muziekleraar vocht het ontslag op staande voet in kort geding aan.

Nietig ontslag op staande voet?

De muziekschool voerde tijdens het kort geding aan dat er in strijd met bepalingen uit de cao geen voorafgaande toestemming was gevraagd voor het verrichten van nevenactiviteiten.

Daarnaast zouden de nevenactiviteiten van de werknemer strijdig zijn met de belangen van de school en niet verenigbaar zijn met het werken als muziekdocent met kinderen en jongeren. Een docent zou een maatschappelijke functie hebben en dienen als rolmodel.

De muziekdocent stelde zich echter op het standpunt dat zijn activiteiten als naaktmodel en stripper in zijn vrije tijd in besloten kring plaats vonden en er geen verband was met zijn rol als docent. Bovendien vonden deze activiteiten nog maar hooguit 1 à 2 keer per jaar plaats en waren er nimmer klachten van ouders of opzeggingen geweest.

Daarnaast zou de muziekschool niet zijn geschaad in haar belangen, omdat dergelijke activiteiten moreel aanvaardbaar zouden zijn. Als voorbeeld wees de muziekleraar erop dat hij in 2008 had gestript en geposeerd voor het voltallige personeel van een kinderdagverblijf.

Veranderde tijdsgeest

De rechter gaf in zijn vonnis aan dat alle omstandigheden van het geval meewegen bij de vraag of het ontslag op staande voet aanvaardbaar was. De aard en ernst van het gedrag van de werknemer, de duur en aard van de arbeidsovereenkomst en ook de persoonlijke omstandigheden van de werknemer spelen daarbij een rol.

Voor zover de muziekschool zich beroept op een veranderde tijdsgeest past volgens de kantonrechter een nuancering. In deze context gaat het meestal om de vrees voor kindermisbruik, en daarvan was in deze kwestie (ook volgens de muziekschool zelf) geen sprake.

Geen strijd met heersende morele waarden

Ook het beroep van de muziekschool op de heersende morele waarden gaat niet op. Gelet op de hedendaagse televisieprogramma’s, reclames en muziekclips valt volgens de rechter niet in te zien waarom de model- en stripactiviteiten van de muziekleraar een probleem zouden vormen.

Terecht voert de muziekleraar aan dat zijn geval vergelijkbaar is met werknemers die deelnemen aan de Gay Parade, waarbij ook wordt gestript en er sprake is van erotisch entertainment. Bovendien heeft de muziekleraar zich bereid getoond zijn stripactiviteiten te staken en heeft hij de advertentie verwijderd.

Wegens deze omstandigheden en wegens zijn bijna dertig jaar durende dienstverband, leeftijd en de grote financiële gevolgen die ontslag op staande voet voor hem zullen hebben, laat de kantonrechter het ontslag op staande voet niet in stand.

Sander Schouten is sinds 2001 advocaat. Hij heeft bij twee middelgrote advocatenkantoren in Amsterdam ervaring opgedaan. Sander legt zich voornamelijk toe op de rechtsgebieden ondernemingsrecht, insolventierecht, verbintenissenrecht en arbeidsrecht.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl