De Zweedse Academie, het instituut dat de Nobelprijs voor de Literatuur uitreikt, probeert Bob Dylan niet langer te bellen. Het lijkt erop dat de Amerikaanse artiest weinig interesse heeft in de prijs, maar hij heeft ook nog niet officieel geweigerd.

“We wachten het af”, zegt de Nobelstichting tegenover Business Insider.

Over wat de te volgen procedure nu is, wil de stichting niets zeggen. Als de prijs niet wordt uitgereikt, gebeurt er niets met het prijzengeld; het blijft gewoon in het Nobelfonds.

Als Dylan inderdaad weigert, plaatst hij zich in een opvallend kort lijstje van Nobelprijsweigeraars. De Nobelprijs, die in 1901 voor het eerst werd uitgereikt, werd maar zes keer geweigerd, in de meeste gevallen onder druk van de politiek.

Richard Kuhn, 1938

De Oostenrijker Richard Kuhn won de Nobelprijs voor de Scheikunde van 1938, hoewel hij die pas in 1939 kreeg.

Adolf Hitler verbood Kuhn en twee andere Duitse Nobelprijswinnaars om de prijs in ontvangst te nemen. Na de Tweede Wereldoorlog kon Kuhn alsnog zijn diploma en medaille ophalen.

Hitler deed de Nobelprijs in de ban, in reactie op het toekennen van de Nobelprijs voor de Vrede in 1935 aan de Duitse pacifist Carl von Ossietzky.

Adolf Butenandt, 1939

De Duitser Adolf Butenandt kreeg de Nobelprijs voor de Scheikunde van 1939 toegekend, maar ook hij werd gedwongen de prijs te weigeren. Na de Tweede Wereldoorlog kon hij, net als Kuhn, de prijs alsnog in ontvangst nemen.

Gerhard Domagk, 1939

Domagk kreeg in 1939 de Nobelprijs voor de Geneeskunde toegekend. Net als de andere Duitse Nobelprijswinnaars werd hem verboden de prijs in ontvangst te nemen, maar kreeg hij zijn medaille en diploma alsnog in 1945.

Boris Pasternak

Boris Pasternak, 1958

De Russische schrijver Boris Pasternak ontving in 1958 de Nobelprijs voor de Literatuur, voor zijn boek Dokter Zjivago.

Pasternak reageerde in eerste instantie vol trots, maar nadat de Sovjet-autoriteiten hadden laten weten dat ze dit als een “politieke daad tegen de Sovjet-Unie” zagen, stuurde hij een tweede telegram waarin hij schreef dat hij bij nader inzien afzag van de “onverdiende prijs”.

In 1987 kreeg Pasternak volledig eerherstel in Rusland onder Michail Gorbatsjov, toen nog secretaris-generaal van de Communistische Partij. Twee jaar later nam zijn zoon de prijs namens Pasternak alsnog in ontvangst.

Foto: ANP

Jean-Paul Sartre, 1964

De Franse schrijver Jean-Paul Sartre was de eerste die geheel vrijwillig de prijs weigerde. Op 14 oktober 1964, acht dagen voordat de winnaar bekend werd gemaakt, schreef Sartre al een brief waarin hij het Nobelinstituut vroeg om hem van de kandidatenlijst te schrappen. Later legde hij uit dat hij niet “getransformeerd”wilde worden door zo’n prijs.

Zijn brief kwam echter te laat aan, waardoor hij alsnog werd uitgeroepen als winnaar, waarna hij de prijs weigerde.

Lars Gyllensten, een lid van de Zweedse Academie, schrijft in zijn biografie dat Sartre hem een aantal jaren later alsnog heeft benaderd voor het prijzengeld, maar toen was het te laat.

ANP

Le Duc Tho, 1973

De Vietnamese politicus Le Duc Tho kreeg in 1973, samen met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger, de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn rol tijdens de Parijse vredesakkoorden, die waren bedoeld om de Vietnamoorlog te beëindigen.

Kissinger accepteerde de prijs, maar Le Duc Tho weigerde omdat er toen nog geen vrede was in het land. En inderdaad, de wapenstilstand hield geen stand. Twee jaar later pas kwam de oorlog ten einde.

(foto's ANP)