Het gaat om een obscure belasting. Maar inwoners van ruim honderd gemeenten betalen ‘m wel vrijwel ongemerkt.

Inwoners van ruim honderd gemeenten draaien op voor de belasting die nutsbedrijven moeten betalen op ondergrondse leidingen, de zogenoemde precariobelasting. Dat blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen.

Gemiddeld gaat het om 20 euro per jaar, maar de kosten van de ‘onzichtbare belasting’ kunnen oplopen tot 86 euro per jaar.

Heffing gebruik ondergrondse leidingen

Gemeenten kunnen belasting heffen voor het gebruik van ondergrondse leidingen. Nutsbedrijven rekenen deze belasting weer door aan hun klanten, die daarmee dus indirect de gemeentekas spekken. Omdat de belasting indirect wordt betaald, lijken de woonlasten in een gemeente lager dan ze werkelijk zijn.

Niet in alle gemeenten wordt precariobelasting geheven. Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken wil dat de precariobelasting wordt afgeschaft en wil een overgangsperiode van tien jaar hanteren.

Bij wijze van gunst

Onderzoeker Corine Hoeben van de Rijksuniversiteit Groningen publiceerde eerder al een artikel  over de precariobelasting op de economische debatsite Me Judice.

Hoeben coördineert de poëtisch getitelde Atlas van de Lokale Lasten, een jaarlijks overzicht van wat Nederlanders zoal kwijt zijn aan lokale belastingen, heffingen en woonlasten. Denk aan de rioolheffing, of de afvalstoffenheffing.

‘Precario’ is Latijn en betekent ‘bij wijze van gunst’. Gemeenten mogen precariobelasting opleggen aan bedrijven voor de gunst om een stuk gemeentegrond te gebruiken. Bijvoorbeeld als een caféhouder een terras op een stuk gemeentegrond wil zetten. Of, en daar is het Hoeben om te doen, als een nutsbedrijf een leiding in gemeentegrond heeft liggen.

Gaat het om een waterbedrijf, dan mag die de precariobelasting rechtstreeks doorberekenen aan de klant, door het vastrecht te verhogen. Heft gemeente A precariobelasting en gemeente B niet, dan krijgt alleen een inwoner van gemeente A een hogere waterrekening op de mat.

Ruzie in Utrecht

Energiebedrijven die stroom en gas leveren, mogen dit onderscheid tussen gemeenten dan weer níet maken. In plaats daarvan wordt per netbeheerder de totale som aan precarioheffingen verdeeld over alle huishoudens. Liggen er in het gebied van netbeheerder A meer gemeenten die precariobelasting heffen dan in het gebied van netbeheerder B, dan betalen inwoners van gebied A naar verhouding indirect meer precariobelasting, als onderdeel van hun totale energierekening.

Dit leidde in maart 2015 nog tot ruzie tussen Utrechtse gemeenten. Omdat Veenendaal en Utrechtse Heuvelrug precariobelasting gingen heffen, gingen de energiekosten van de inwoners van andere gemeenten (met dezelfde netbeheerder) omhoog, zonder dat ze daarvoor belastinginkomsten terugkregen.

De Utrechtse twist toont aan: woonlasten zijn een heet onderwerp in gemeentelijke kringen. Gemeentebesturen zijn druk met ranglijstjes in de weer: waar is wonen het duurst? Gemeenten willen liever niet duurder uitvallen dan buurgemeenten. Dan komt de ‘onzichtbare’ precariobelasting van pas.

Bron: Z24/ANP

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl